Er bestaat in Vlaanderen en Nederland een braillecode voor wiskunde, maar in de praktijk is ze in Nederland weinig gebruikt en in Vlaanderen is ze in onbruik geraakt. In dit artikel proberen we samen te vatten hoe dat is verlopen.
Zowel in Vlaanderen als in Nederland zijn intussen notaties voor geavanceerde wiskunde ingevoerd via gelineariseerde extensieve codes. Omdat het niet langer over braillecodes gaat, valt het noteren van geavanceerde wiskunde momenteel buiten het bestek van de Braille-Autoriteit voor het Nederlandse taalgebied.
Wiskunde in braille
Wiskunde in braille noteren, ligt niet voor de hand:
- Wiskundige informatie is vaak niet lineair: breuken schrijf je met teller en noemer onder elkaar en machten schrijf je als superscript. In braille is er geen mogelijkheid om die ruimtelijke positionering over te nemen.
- Wiskunde is een taal met eigen symbolen: het aantal beschikbare combinaties van braillepunten is te klein om die allemaal op te nemen in de braillestandaard voor algemeen gebruik.
Na Vlaams-Nederlands overleg werd, gebaseerd op het “Internationale Mathematikschrift für Blinde” van de Blindenstudienanstalt Marburg, het “Instruktieboek voor het brailleren van studiewerken 1975” opgesteld o.m. door Gerrit van der Mey (een Nederlandse blinde wiskundige). Vanaf dan lopen de Vlaamse en Nederlandse wegen uit elkaar.
Volgens verschillende bronnen werd een braillewiskundecode in het Nederlands onderwijs nooit veralgemeend ingevoerd en bestonden er enkel lokale oplossingen.
In Vlaanderen stelde eind 1975 Gilbert Notaert (leerkracht aan het Koninklijk Instituut Woluwe) het handboek “Handleiding Braillesymbolen Wiskunde” op. Deze code is gebaseerd op de Marburg-code en wordt ook wel Woluwecode, Notaertcode of het blauwe boekje genoemd. Je vindt de handleiding( PDF) bij het historisch materiaal op deze website. Deze code werd sindsdien gebruikt in het Vlaamse wiskunde-onderwijs voor leerlingen met een visuele beperking. De code is logisch, compact en eenduidig. Ze is perfect bruikbaar om wiskunde op papier in braille te noteren:
Met enkele braillenotitietoestellen (zoals de Braildec, Brailscope en Euroscope van Sensotec) kon je braillewiskundecode invoeren. De software zette dit om naar een grafische wiskundeweergave op het scherm en je kon die ook afdrukken op een zwartdrukprinter. De leerkracht in de reguliere school hoeft de braillewiskundecode niet te kennen als hij zelf geen materiaal produceert voor de leerling.
Door een aantal evoluties raakte deze braillewiskundecode in onbruik: voornamelijk omdat de kennis van braille in het regulier onderwijs sterk verminderd is en omdat het in de eerste plaats een braillecode was die moeilijk de overstap maakte naar de digitale wereld.
Extensieve codes
De moeilijkheid blijft dat men wiskunde met zijn ruimtelijke positionering en uitgebreide symbolenlijst niet zomaar op een brailleleesregel kan weergeven. Zowel in Vlaanderen als in Nederland schakelde men over van een letterlijke braillecode naar een lineaire uitgebreide notatie van wiskunde. Hierbij worden wiskundige symbolen via sleutelwoorden omschreven. Los van de braillewereld bestaan daar oplossingen voor zoals Latex, maar dat leent zich minder voor een onderwijscontext.
Het gaat dan om tekstgebaseerde notaties die je met een gewoon toetsenbord kan schrijven. Zowel blinden als ziende personen lezen dezelfde notatie, zonder codes of omzettingen.
In Nederland ontwikkelden Bartiméus, Visio en Dedicon een lineaire notatie voor wiskunde, de zgn. Dediconcode, die algemeen gebruikt wordt voor schoolboeken. Er bestaan geen automatische omzettingsmogelijkheden voor deze code.
In Vlaanderen kwam, dankzij de Vlaamse Onderwijsraad, de Vlaamse Wiskundecode (VWC) tot stand. Deze kan, omwille van de rigoureuze definitie ervan, via software gegenereerd worden uit andere wiskundecodes, maar beide softwareontwikkelingen uit de periode 2013-2018 leidden uiteindelijk niet tot commerciële producten.
Braille-Autoriteit en wiskunde
De Braille-Autoriteit organiseerde in 2018 en 2019 enkele bijeenkomsten om de standpunten te inventariseren en uit te wisselen. Vlaanderen en Nederland verkiezen hun lineaire wiskundenotaties te blijven gebruiken die ze gewend zijn. Er is geen animo om naar een eengemaakte Vlaams-Nederlandse wiskundenotatie te gaan.
Omdat ze geen braillecodes zijn, vallen deze lineaire notaties buiten het bestek van de Braille-Autoriteit.
Daarna deed de Braille-Autoriteit nog een rondvraag via de nieuwsbrief. Er kwamen enkele reacties dat men het jammer vond dat er geen braillewiskundecode meer is. Dat klopt niet helemaal. De braillewiskundecode van Notaert en Van Der Mey kan je nog steeds gebruiken als je braille op papier schrijft of print. De code heeft in ruim 30 jaar gebruik zijn verdienste bewezen. Voor de Braille-Autoriteit blijft deze de standaard voor een braillewiskundecode, alleen leert niemand deze code nog aan.
Wiskunde in de braillestandaarden
In de zespunts braillestandaard voor algemeen gebruik zijn enkel de basis rekentekens, eenvoudige breuken, machtsverheffingen en symbolen als kleinerdan opgenomen.
In de achtpunts brailletabel zijn iets meer wiskundige symbolen gedefinieerd zoals het symbool voor vierkantswortel en de Griekse letters die vaak in een wiskundige context voorkomen. Er is ook voor gezorgd dat alle symbolen die nodig zijn in de Vlaamse en de Nederlandse wiskundenotatie opgenomen zijn in de achtpunts brailletabel.