Op deze pagina is de 6-punts braillestandaard voor algemeen gebruik in het Nederlands taalgebied weergegeven, zoals die in 2005 is vastgesteld.
Voor snellere navigatie kunt u gebruikmaken van de klikbare inhoudsopgave op deze pagina. Met Control+Home keert u terug naar boven.
De gehele tekst is overgenomen. Voor de weergave van braille wordt gebruik gemaakt van unicodebraille; meer hierover leest u op de pagina over braille-invoer.
Tekst van de braillestandaard
6-punts braillestandaard voor algemeen gebruik in het Nederlands taalgebied
Opdrachtgevers:
Federatie Slechtzienden- en Blindenbelang
Postbus 2062
3500 GB Utrecht
e mail: info@sb-belang.nl
Belgische Confederatie voor Blinden en Slechtzienden (BCBS)
Georges Henrilaan 278
1200 Brussel
e mail: bcbs.cbpam@skynet.be
Eerste druk, december 2005
Woord vooraf
Mede als gevolg van de automatisering zijn in het dagelijks gebruik van de braillestandaard, zoals deze in 1985 is vastgesteld, geleidelijk aan afwijkingen ontstaan. Hierdoor was er behoefte aan een eenvormiger tekengebruik in papier en computerbraille. Het actualiseren van de braillestandaard was dan ook dringend nodig.
De koepelorganisaties van de Nederlandse en Vlaamse blindensector vertrouwden deze taak respectievelijk toe aan een Nederlandse en een Vlaamse braillecommissie. Beide commissies werkten heel nauw en heel constructief samen. Zo is de nieuwe 6 puntsbraillestandaard vrij snel tot stand gekomen.
De nieuwe braillestandaard is vanaf 1 september 2005 van toepassing voor tekstbraille in het algemeen, zoals tijdschriften, bibliotheek en studieboeken.
Vanzelfsprekend moest het bestaande brailleboekenpatrimonium bruikbaar blijven. Daarom werden de tekenwijzigingen tot het echt noodzakelijke minimum beperkt.
De belangrijkste tekenwijzigingen zijn de volgende:
- ⠲ (256) voortaan punt in alle toepassingen;
- ⠶ (2356) dubbel aanhalingsteken openen/sluiten;
- ⠦ (236) rond haakje openen;
- ⠴ (356) rond haakje sluiten.
Ook zijn enkele nieuwe tekens vastgesteld:
- ⠑ (15) euroteken (zonder spatie vóór het getal);
- ⠜ (345) apenstaartje;
- ⠸ (456) underscore teken in e mailadressen.
Bij het bepalen van de nieuwe braillestandaard stonden de volgende doelstellingen voorop:
- het bewerkstelligen van een zo vlot mogelijke leesbaarheid van het brailleschrift;
- een zo eenvormig mogelijke toepasbaarheid voor het gebruik van leesregels, printers, scanners en communicatie via internet;
- zo weinig mogelijk afwijkingen ten overstaan van het zwartschrift.
De koppeling tussen deze doelstellingen was niet eenvoudig, temeer daar computergebruikers niet eenduidig kiezen voor de Amerikaanse, Duitse of Franse leesregelcode. Nu kan men er echter bij de producenten van leesregels en printers op aandringen om voortaan ook de Nederlandse brailletabel in hun aanbod op te nemen.
De vakspecifieke codes voor muziek, fysica, scheikunde, informatica en wiskunde behoorden niet tot het werkveld van de commissie.
Dankwoord
De Federatie Slechtzienden- en Blindenbelang en de Belgische Confederatie voor Blinden en Slechtzienden danken van harte allen die aan het totstandkomen van de nieuwe tekstbraillestandaard hebben bijgedragen:
- de commissieleden voor hun deskundigheid en inzet;
- de deelnemers aan de brailleforums van Leuven en Utrecht voor hun nuttige adviezen;
- het personeel van de koepelorganisaties voor de administratieve en logistieke ondersteuning;
- de Stichting de Nederlandse Braillepers en het Departement Volksontwikkeling en Bibliotheken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor de financiering van de werkingskosten.
Bronnen
- 1. De conclusieverslagen van de hieronder vermelde werkvergaderingen:
- de BCBS-opstartvergadering van 18 april 2002;
- de adviesgevende forums van Utrecht en Leuven met beroepskrachten en braillegebruikers;
- de vijf overlegdagen tussen de afgevaardigden van de Nederlandse en Vlaamse koepelorganisaties.
- 2. De handleiding voor de braillestandaard van 1985.
- 3. Leerboek voor het braillelezen en -schrijven van R. Callens en K. Coole.
Inhoudsopgave
- 1. Nederlandse brailletabel gerangschikt volgens het braillesysteem
- 2. Tekengebruik
- 2.1. Aanhalingstekens
- 2.2. Alfabetwisselingsteken
- 2.3. Ampersandteken (&)
- 2.4. Apenstaartje/at-sign (@)
- 2.5. Apostrof/weglatingsteken
- 2.6. Asterisk/sterretje
- 2.7. Beklemtoonde klinkers
- 2.8. Drukwijzigingsteken
- 2.9. Einderegelteken
- 2.10. Haakjes
- 2.11. Herstelteken/sleutelteken eerste betekenis
- 2.12. Hoofdletters
- 2.13. Internetteken
- 2.14. Kopiëren van verzen
- 2.15. Leestekens (volgorde conform het braillesysteem)
- 2.16. Liggend streepje
- 2.17. Muntsymbolen/valutatekens
- 2.18. Procent- en promilleteken
- 2.19. Punt
- 2.20. Sleutelteken tweede betekenis
- 2.21. Tekens met meervoudige functies
- 2.22. Voortekens
- 2.23. Zeldzaam voorkomende tekens
- 3. Getallen en aanverwante tekens
- 3.1. Het cijferteken
- 3.2. De basisrekentekens
- 3.3. Breuken
- 3.4. Procent- en promilleteken
- 3.5. Oppervlakte- en inhoudsmaten
- 3.6. Graad-, minuut- en secondeteken
- 3.7. Groter dan en kleiner dan
- 4. Alfabetisch tekenregister
1. Nederlandse brailletabel gerangschikt volgens het braillesysteem
Volgorde van de gegevens:
- het volgnummer van het teken in het braillesysteem;
- bedoeld teken;
- tussen haakjes de overeenstemmende braillepunten zoals ze in de braillematrix van punt 1 tot punt 6 worden genummerd:
- linksboven punt 1
- linksmidden punt 2
- linksonder punt 3
- rechtsboven punt 4
- rechtsmidden punt 5
- rechtsonder punt 6
- 1.1. ⠁ (1): letter a
- 1.2. ⠃ (12): letter b
- 1.3. ⠉ (14): letter c
- 1.4. ⠙ (145): letter d + dollarteken (zonder spatie vóór het getal)
- 1.5. ⠑ (15): letter e + euroteken (zonder spatie vóór het getal)
- 1.6. ⠋ (124): letter f
- 1.7. ⠛ (1245): letter g
- 1.8. ⠓ (125): letter h
- 1.9. ⠊ (24): letter i
- 1.10. ⠚ (245): letter j
- 1.11. ⠅ (13): letter k
- 1.12. ⠇ (123): letter l
- 1.13. ⠍ (134): letter m
- 1.14. ⠝ (1345): letter n
- 1.15. ⠕ (135): letter o
- 1.16. ⠏ (1234): letter p + pondteken (zonder spatie vóór het getal)
- 1.17. ⠟ (12345): letter q
- 1.18. ⠗ (1235): letter r
- 1.19. ⠎ (234): letter s
- 1.20. ⠞ (2345): letter t
- 1.21. ⠥ (136): letter u
- 1.22. ⠧ (1236): letter v
- 1.23. ⠭ (1346): letter x (x kan ook maal betekenen)
- 1.24. ⠽ (13456): letter ypsilon + yenteken (zonder spatie vóór het getal)
- 1.25. ⠵ (1356): letter z
- 1.26. ⠯ (12346): letter c cedille (ç) + ampersandteken (&) (spatie vóór en na)
- 1.27. ⠿ (123456): e accent aigu (é)+ beklemtoonde e + procentteken (spatie vóór en na) + positioneringsteken voor de herkenbaarheid van een brailleteken (zonder spatie vóór dit teken)
- 1.28. ⠷ (12356): a accent grave (à) + vierkant/recht haakje openen
- 1.29. ⠮ (2346): e accent grave (è)
- 1.30. ⠾ (23456): u accent grave (ù) + vierkant/recht haakje sluiten
- 1.31. ⠡ (16): a accent circonflexe (â) + backslash (in papierbraille waar nodig voorafgegaan door punt 5, zie ook paragraaf 2.20 sleutelteken tweede betekenis)
- 1.32. ⠣ (126): e accent circonflexe (ê)
- 1.33. ⠩ (146): i accent circonflexe (î)
- 1.34. ⠹ (1456): o accent circonflexe (ô)
- 1.35. ⠱ (156): u accent circonflexe (û)
- 1.36. ⠫ (1246): e trema (ë)
- 1.37. ⠻ (12456): i trema (ï)
- 1.38. ⠳ (1256): u trema (ü) + horizontale breukstreep (zonder spatie tussen teller en noemer, beide met cijferteken)
- 1.39. ⠪ (246): o trema (ö)
- 1.40. ⠺ (2456): letter w
- 1.41. ⠂ (2): komma
- 1.42. ⠆ (23): puntkomma
- 1.43. ⠒ (25): dubbelpunt (dubbelpunt kan ook deelteken betekenen; wordt tevens gebruikt in schaalaanduidingen en digitale tijdsaanduidingen)
- 1.44. ⠲ (256): punt (in alle toepassingen) + deelteken (spatie vóór en na)
- 1.45. ⠢ (26): vraagteken
- 1.46. ⠖ (235): uitroepteken + plusteken (spatie vóór en na)
- 1.47. ⠶ (2356): dubbel aanhalingsteken openen/sluiten + isgelijkteken (spatie vóór en na)
- 1.48. ⠦ (236): rond haakje openen + maalteken (spatie vóór en na)
- 1.49. ⠔ (35): sterretje (kan ook maal betekenen)
- 1.50. ⠴ (356): rond haakje sluiten
- 1.51. ⠈ (4): voorteken in duim-, geboorte-, graad-, minuut- en secondeteken
- 1.52. ⠘ (45): permanent hoofdletterteken (tot drie woorden eenmaal vóór elk woord; indien meer dan drie woorden tweemaal vóór het eerste woord en eenmaal vóór het laatste woord)
- 1.53. ⠌ (34): schuine streep + schuine breukstreep (zonder spatie tussen teller en noemer, beide met cijferteken) (schuine streep kan ook deelteken betekenen) + slash
- 1.54. ⠜ (345): a trema + apenstaartje
- 1.55. ⠬ (346): o accent aigu/beklemtoonde o (ó) + paragraafteken (§) (spatie vóór en na)
- 1.56. ⠼ (3456): cijferteken + hekje (voorafgegaan door punt 5). Cijfers in papierbraille: 1 ⠼⠁ 2 ⠼⠃ 3 ⠼⠉ 4 ⠼⠙ 5 ⠼⠑ 6 ⠼⠋ 7 ⠼⠛ 8 ⠼⠓ 9 ⠼⠊ 0 ⠼⠚
- 1.57. ⠨ (46): hoofdletterteken
- 1.58. ⠸ (456): drukwijzigingsteken + underscore-teken in e-mailadressen (_). Met het brailledrukwijzigingsteken kunnen onder meer volgende zwartschriftdrukwijzen worden aangegeven: cursief (schuin), vet, wijziging van lettertype en onderstreping. Het drukwijzigingsteken kan ook als benadrukkingsteken gebruikt worden. Als drukwijzigingsteken tot drie woorden eenmaal vóór elk woord, indien meer dan drie woorden tweemaal vóór het eerste woord en eenmaal vóór het laatste woord.
- 1.59. ⠐ (5): sleutelteken tweede betekenis (geeft aan dat een brailleteken in zijn tweede betekenis gelezen moet worden) + einderegelteken op het einde van een regel in muziekschrift, e-mailadressen en rekenkundige bewerkingen
- 1.60. ⠰ (56): alfabetwisselingsteken
- 1.61. ⠄ (3): apostrof/weglatingsteken + enkel aanhalingsteken openen/sluiten
- 1.62. ⠤ (36): streepje + minteken (spatie vóór en na)
- 1.63. ⠠ (6): herstelteken eerste betekenis van een teken
2. Tekengebruik
Belangrijk
Om het opzoeken van de gewenste informatie zo gemakkelijk mogelijk te maken, zijn in dit hoofdstuk de onderwerpen in alfabetische volgorde gerangschikt. De toelichtingen worden voorafgegaan door een indelingsstreepje, de aansluitende voorbeelden door een sterretje. Merk op dat getallen en aanverwante tekens in hoofdstuk 3 afzonderlijk worden behandeld.
2.1. Aanhalingstekens
- enkel aanhalingsteken openen/sluiten ⠄ (3)
- dubbel aanhalingsteken openen/sluiten ⠶ (2356)
Opmerking:
Het zwartschriftteken voor apostrof en enkel aanhalingsteken openen en sluiten is bijna identiek. Apostrof (punt 3) wordt dan ook in braille gebruikt om enkel aanhalingsteken te openen en te sluiten.
Voorbeelden:
“Kan ik deze jurk passen?” vroeg ze.
⠶⠨⠅⠁⠝⠀⠊⠅⠀⠙⠑⠵⠑⠀⠚⠥⠗⠅⠀⠏⠁⠎⠎⠑⠝⠢⠶⠀⠧⠗⠕⠑⠛⠀⠵⠑⠲
Is dat nou je “nieuwe” wagen?
⠨⠊⠎⠀⠙⠁⠞⠀⠝⠕⠥⠀⠚⠑⠀⠶⠝⠊⠑⠥⠺⠑⠶⠀⠺⠁⠛⠑⠝⠢
Hij leest “Het verdriet van België” van Hugo Claus.
⠨⠓⠊⠚⠀⠇⠑⠑⠎⠞⠀⠶⠨⠓⠑⠞⠀⠧⠑⠗⠙⠗⠊⠑⠞⠀⠧⠁⠝⠀⠨⠃⠑⠇⠛⠊⠫⠶⠀⠧⠁⠝⠀⠨⠓⠥⠛⠕⠀⠨⠉⠇⠁⠥⠎⠲
‘Zij hadden een enorme schuld en het lukte hun niet om daar ook maar één roepia van af te betalen. “Ik,” zei hij tegen mij, “erf de schuld van mijn vader en mijn kinderen erven haar van mij.”‘
⠄⠨⠵⠊⠚⠀⠓⠁⠙⠙⠑⠝⠀⠑⠑⠝⠀⠑⠝⠕⠗⠍⠑⠀⠎⠉⠓⠥⠇⠙⠀⠑⠝⠀⠓⠑⠞⠀⠇⠥⠅⠞⠑⠀⠓⠥⠝⠀⠝⠊⠑⠞⠀⠕⠍⠀⠙⠁⠁⠗⠀⠕⠕⠅⠀⠍⠁⠁⠗⠀⠿⠿⠝⠀⠗⠕⠑⠏⠊⠁⠀⠧⠁⠝⠀⠁⠋⠀⠞⠑⠀⠃⠑⠞⠁⠇⠑⠝⠲⠀⠶⠨⠊⠅⠂⠶⠀⠵⠑⠊⠀⠓⠊⠚⠀⠞⠑⠛⠑⠝⠀⠍⠊⠚⠂⠀⠶⠑⠗⠋⠀⠙⠑⠀⠎⠉⠓⠥⠇⠙⠀⠧⠁⠝⠀⠍⠊⠚⠝⠀⠧⠁⠙⠑⠗⠀⠑⠝⠀⠍⠊⠚⠝⠀⠅⠊⠝⠙⠑⠗⠑⠝⠀⠑⠗⠧⠑⠝⠀⠓⠁⠁⠗⠀⠧⠁⠝⠀⠍⠊⠚⠲⠶⠄
2.2. Alfabetwisselingsteken
⠰ (56)
In woorden die aan een vreemde taal ontleend zijn, kunnen tekens voorkomen die in de Nederlandse braillestandaard niet zijn opgenomen. Vóór deze tekens wordt een alfabetwisselingsteken geplaatst. Men gebruikt dan de brailletekens die voor de betrokken taal gelden. Deze tekens worden bij voorkeur vooraan in het boek of in een noot verklaard.
Voorbeelden:
cañon
⠉⠁⠰⠻⠕⠝
⠻ (12456) is de Spaanse letter n tilde (n met een slangetje erboven).
De eerste drie letters van het Griekse alfabet zijn alfa (α), bèta (β) en gamma (γ).
⠨⠙⠑⠀⠑⠑⠗⠎⠞⠑⠀⠙⠗⠊⠑⠀⠇⠑⠞⠞⠑⠗⠎⠀⠧⠁⠝⠀⠓⠑⠞⠀⠨⠛⠗⠊⠑⠅⠎⠑⠀⠁⠇⠋⠁⠃⠑⠞⠀⠵⠊⠚⠝⠀⠁⠇⠋⠁⠀⠦⠰⠁⠴⠂ ⠃⠮⠞⠁⠀⠦⠰⠃⠴⠀⠑⠝⠀⠛⠁⠍⠍⠁⠀⠦⠰⠛⠴⠲
Opmerking:
In het boek World Braille Usage zijn de braillealfabetten van diverse talen opgenomen. Het is verkrijgbaar bij de National Library Service for the Blind and Physically Handicapped
Library of Congress
Washington, DC 20542
website: www.loc.gov/nls/
e-mail: braille@loc.gov
2.3. Ampersandteken (&)
⠯ (12346)
Met spatie vóór en na, behalve in initiaalwoorden. In initiaalwoorden plaatst men vóór het ampersandteken punt 5 als sleutelteken tweede betekenis.
Voorbeelden:
Firma Bossuyt & Zonen
⠨⠋⠊⠗⠍⠁⠀⠨⠃⠕⠎⠎⠥⠽⠞⠀⠯⠀⠨⠵⠕⠝⠑⠝
C&A
⠘⠉⠐⠯⠁
2.4. Apenstaartje/at-sign (@)
⠜ (345)
In e-mailadressen tussen gebruikersnaam en domeinnaam.
Voorbeeld:
bcbs.cbpam@skynet.be
⠃⠉⠃⠎⠲⠉⠃⠏⠁⠍⠜⠎⠅⠽⠝⠑⠞⠲⠃⠑
2.5. Apostrof/weglatingsteken
⠄ (3)
Voorbeelden:
’s morgens, baby’s, baby’tje, Alex’ boeken, m’n autootje, ’05 (voor 2005).
⠄⠎⠀⠍⠕⠗⠛⠑⠝⠎⠂⠀⠃⠁⠃⠽⠄⠎⠂⠀⠃⠁⠃⠽⠄⠞⠚⠑⠂⠀⠨⠁⠇⠑⠭⠄⠀⠃⠕⠑⠅⠑⠝⠂⠀⠍⠄⠝⠀⠁⠥⠞⠕⠕⠞⠚⠑⠂⠀⠄⠼⠚⠑ ⠦⠧⠕⠕⠗⠀⠼⠃⠚⠚⠑⠴⠲
2.6. Asterisk/sterretje
⠔ (35)
Dit teken wordt in verschillende toepassingen gebruikt.
- als voetnoot- en verwijzingsteken bij (genummerde) voetnoten:
De stern*2 was nog jong.
⠨⠙⠑⠀⠎⠞⠑⠗⠝⠔⠼⠃⠀⠺⠁⠎⠀⠝⠕⠛⠀⠚⠕⠝⠛⠲ - als herhalingsteken in zangteksten, breipatronen en haakpatronen: moet een woord, passage, toer enz. herhaald worden, dan schrijft men het te herhalen stuk slechts eenmaal en plaatst men daarvóór het getal dat het aantal herhalingen weergeeft met direct daaraan vast het sterretje. Aan het slot wordt enkel het herhalingsteken gezet. Voorbeelden:
3*lang zal hij leven*
⠼⠉⠔⠇⠁⠝⠛⠀⠵⠁⠇⠀⠓⠊⠚⠀⠇⠑⠧⠑⠝⠔
7* st. av., 1 omslag, 3 st. samen av., 1 omslag*
⠼⠛⠔⠎⠞⠲⠀⠁⠧⠲⠂⠀⠼⠁⠀⠕⠍⠎⠇⠁⠛⠂⠀⠼⠉⠀⠎⠞⠲⠀⠎⠁⠍⠑⠝⠀⠁⠧⠲⠂⠀⠼⠁⠀⠕⠍⠎⠇⠁⠛⠔ - als opsommingsteken in plaats van een streepje.
2.7. Beklemtoonde klinkers
In zwartschrift worden in beklemtoonde woorden de klinkers a, e, i, o en u met het accent aigu-teken weergegeven. Dit is een klein van links naar rechts oplopend schuin streepje dat in zwartschrift boven beklemtoonde klinkers wordt geplaatst. In de Nederlandse brailletabel komen slechts twee accent aigu-klinkers voor: de e accent aigu (123456) en de o accent aigu (346).
Voorbeelden:
Ik zeg het maar één keer.
⠨⠊⠅⠀⠵⠑⠛⠀⠓⠑⠞⠀⠍⠁⠁⠗⠀⠿⠿⠝⠀⠅⠑⠑⠗⠲
Reageer vóór het te laat is!
⠨⠗⠑⠁⠛⠑⠑⠗⠀⠧⠬⠬⠗⠀⠓⠑⠞⠀⠞⠑⠀⠇⠁⠁⠞⠀⠊⠎⠖
Tóch is het juist.
⠨⠞⠬⠉⠓⠀⠊⠎⠀⠓⠑⠞⠀⠚⠥⠊⠎⠞⠲
Karel én Willem hadden gelijk.
⠨⠅⠁⠗⠑⠇⠀⠿⠝⠀⠨⠺⠊⠇⠇⠑⠍⠀⠓⠁⠙⠙⠑⠝⠀⠛⠑⠇⠊⠚⠅⠲
Je móét komen.
⠨⠚⠑⠀⠍⠬⠿⠞⠀⠅⠕⠍⠑⠝⠲
Merk op dat in braille het drukwijzigingsteken (456) ook als benadrukkingsteken gebruikt kan worden.
Voorbeelden:
Brávo!
⠸⠨⠃⠗⠁⠧⠕⠖
Geef het hém.
⠨⠛⠑⠑⠋ ⠓⠑⠞ ⠸⠓⠑⠍⠲
Dat is léúk.
⠨⠙⠁⠞ ⠊⠎ ⠸⠇⠑⠥⠅⠲
Je móét komen.
⠨⠚⠑⠀⠸⠍⠕⠑⠞⠀⠅⠕⠍⠑⠝⠲
Ga búíten spelen.
⠨⠛⠁⠀⠸⠃⠥⠊⠞⠑⠝⠀⠎⠏⠑⠇⠑⠝⠲
Móéilijk gaat óók.
⠸⠨⠍⠕⠑⠊⠇⠊⠚⠅⠀⠛⠁⠁⠞⠀⠸⠕⠕⠅⠲
2.8. Drukwijzigingsteken
⠸ (456)
Met het drukwijzigingsteken kunnen onder meer volgende zwartschriftdrukwijzen worden aangegeven: cursief (schuin), vet, wijziging van lettertype en onderstreping. Dit teken wordt geplaatst vóór woorden die moeten opvallen of benadrukt worden. Merk op dat gezien zijn nogal uiteenlopende functies voor het brailleteken (456) een even uiteenlopende terminologie wordt gebruikt: drukwijzigingsteken, cursiefteken, onderstrepingsteken, benadrukkingsteken. Waar in deze paragraaf over cursief wordt gesproken, kan ook onderstrepen, vet, benadrukken enz. gelezen worden.
- Om een letter in een woord te cursiveren komt vóór die letter een cursiefteken:
Landt je vader op Schiphol?
⠨⠇⠁⠝⠙⠸⠞⠀⠚⠑⠀⠧⠁⠙⠑⠗⠀⠕⠏⠀⠨⠎⠉⠓⠊⠏⠓⠕⠇⠢ - Om een heel woord te cursiveren plaatst men vóór dat woord een cursiefteken:
Amsterdam en Brussel
⠸⠨⠁⠍⠎⠞⠑⠗⠙⠁⠍⠀⠑⠝⠀⠸⠨⠃⠗⠥⠎⠎⠑⠇ - Om meer dan drie opeenvolgende woorden te cursiveren komt tweemaal het cursiefteken vóór het eerste woord en eenmaal vóór het laatste woord:
Heb je Vlucht langs de Anapoer al gelezen?
⠨⠓⠑⠃⠀⠚⠑⠀⠸⠸⠨⠧⠇⠥⠉⠓⠞⠀⠇⠁⠝⠛⠎⠀⠙⠑⠀⠸⠨⠁⠝⠁⠏⠕⠑⠗⠀⠁⠇⠀⠛⠑⠇⠑⠵⠑⠝⠢
’t Is tijd om naar huis te gaan.
⠸⠸⠄⠞⠀⠨⠊⠎⠀⠞⠊⠚⠙⠀⠕⠍⠀⠝⠁⠁⠗⠀⠓⠥⠊⠎⠀⠞⠑⠀⠸⠛⠁⠁⠝⠲
Het hoofdletterteken (46), het permanent hoofdletterteken (45), het koppelteken (36), de afkortingspunt (256), het weglatingsteken (3), het ampersandteken (12346) en het sleutelteken tweede betekenis (5) heffen de werking van het cursiefteken niet op, een spatie wel, tenzij in een passage van meer dan drie woorden die volledig gecursiveerd is. Ook het herstelteken heft de werking van het cursiefteken op.
Voorbeelden:
- ZUID-AFRIKA was zijn droom.
⠸⠘⠵⠥⠊⠙⠤⠁⠋⠗⠊⠅⠁⠀⠺⠁⠎⠀⠵⠊⠚⠝⠀⠙⠗⠕⠕⠍⠲ - BTW-tarieven
⠸⠘⠃⠞⠺⠤⠠⠞⠁⠗⠊⠑⠧⠑⠝
(hier enkel BTW vet, tarieven niet en daarom staat voor tarieven het herstelteken eerste betekenis punt 6).
2.9. Einderegelteken
⠐ (5)
Teken eigen aan het papierbraille en enkel te gebruiken als einderegelteken in muziekschrift, e-mailadressen en rekenkundige bewerkingen.
Voorbeelden:
peter.dedeurwaarder@vakan~
tiegenoegens.com
⠏⠑⠞⠑⠗⠲⠙⠑⠙⠑⠥⠗⠺⠁⠁⠗⠙⠑⠗⠜⠧⠁⠅⠁⠝⠐
⠞⠊⠑⠛⠑⠝⠕⠑⠛⠑⠝⠎⠲⠉⠕⠍
http://www.vakantiegenoe~
gens.be
⠓⠞⠞⠏⠒⠌⠌⠺⠺⠺⠲⠧⠁⠅⠁⠝⠞⠊⠑⠛⠑⠝⠕⠑⠐
⠛⠑⠝⠎⠲⠃⠑
2.10. Haakjes
- rond haakje openen [(] ⠦ (236)
- rond haakje sluiten [)] ⠴ (356)
Voorbeelden:
Een directeur (directrice) moet met tact optreden.
⠨⠑⠑⠝⠀⠙⠊⠗⠑⠉⠞⠑⠥⠗⠀⠦⠙⠊⠗⠑⠉⠞⠗⠊⠉⠑⠴⠀⠍⠕⠑⠞⠀⠍⠑⠞⠀⠞⠁⠉⠞⠀⠕⠏⠞⠗⠑⠙⠑⠝⠲
Een typist(e) moet heel precies werken.
⠨⠑⠑⠝⠀⠞⠽⠏⠊⠎⠞⠦⠑⠴⠀⠍⠕⠑⠞⠀⠓⠑⠑⠇⠀⠏⠗⠑⠉⠊⠑⠎⠀⠺⠑⠗⠅⠑⠝⠲
- vierkant/recht haakje openen ([) ⠷ (12356)
- vierkant/recht haakje sluiten (]) ⠾ (23456)
Voorbeeld:
[Voorzitter: J. Voet; leden: (o.a.) R. Wellens, H. Engels].
⠷⠨⠧⠕⠕⠗⠵⠊⠞⠞⠑⠗⠒⠀⠨⠚⠲⠀⠨⠧⠕⠑⠞⠆⠀⠇⠑⠙⠑⠝⠒⠀⠦⠕⠲⠁⠲⠴⠀⠨⠗⠲⠀⠨⠺⠑⠇⠇⠑⠝⠎⠂⠀⠨⠓⠲⠀⠨⠑⠝⠛⠑⠇⠎⠾⠲
2.11. Herstelteken/sleutelteken eerste betekenis
⠠ (6)
- Het herstelteken/sleutelteken eerste betekenis wordt in papierbraille gebruikt om bij een brailleteken met meervoudige functies aan te geven dat het in zijn oorspronkelijke of eerste betekenis gelezen moet worden. Dit is onder meer van toepassing als een getal onmiddellijk – dus zonder spatie – gevolgd wordt door één van de eerste tien letters van het alfabet.
- Wil men een woord herstellen, dan plaatst men het herstelteken vóór het woord. Wil men een letter van een woord herstellen, dan plaatst men een herstelteken vóór die letter. Moet men de eerste letter van een woord herstellen, dan herstelt men automatisch het hele woord.
- Na cijfers heffen ook het hoofdletterteken en het cursiefteken de werking van het cijferteken op:
2de 3a 3A 3de
⠼⠃⠠⠙⠑⠀⠼⠉⠠⠁⠀⠼⠉⠨⠁⠀⠼⠉⠸⠙⠑ - Ook heft het herstelteken eerste betekenis de werking van het cursiefteken en het permanent hoofdletterteken op:
VN-vertegenwoordiger
⠘⠧⠝⠤⠠⠧⠑⠗⠞⠑⠛⠑⠝⠺⠕⠕⠗⠙⠊⠛⠑⠗
niet-medisch
⠸⠝⠊⠑⠞⠤⠠⠍⠑⠙⠊⠎⠉⠓
2.12. Hoofdletters
- hoofdletterteken: ⠨ (46)
- permanent hoofdletterteken: ⠘ (45)
- De regels voor het gebruik van hoofdletters zijn voor braille dezelfde als voor zwartschrift.
- In braille is het hoofdletterteken een voorteken. Het wordt direct vóór de betreffende letter geplaatst en mag daarvan “nooit” gescheiden worden.
Winston Churchill
⠨⠺⠊⠝⠎⠞⠕⠝⠀⠨⠉⠓⠥⠗⠉⠓⠊⠇⠇ - Het hoofdletterteken kan zonder bezwaar in een woord worden toegepast:
MacLean
⠨⠍⠁⠉⠨⠇⠑⠁⠝ - Om aan te geven dat het hele woord in hoofdletters is gedrukt, plaatst men “het permanent hoofdletterteken” ⠘ (45) direct vóór het woord:
AMSTERDAM en BRUSSEL
⠘⠁⠍⠎⠞⠑⠗⠙⠁⠍⠀⠑⠝⠀⠘⠃⠗⠥⠎⠎⠑⠇ - Het permanent hoofdletterteken mag ook gebruikt worden bij initiaalwoorden:
FNB, BCBS
⠘⠋⠝⠃⠂⠀⠘⠃⠉⠃⠎ - Het koppelteken (36), de afkortingspunt (256), het weglatingsteken (3), het ampersandteken (12346) en het sleutelteken tweede betekenis (5) heffen de werking van het permanent hoofdletterteken niet op, een spatie wel, tenzij in een passage van meer dan drie woorden volledig in hoofdletters. Ook het herstelteken heft de werking van het permanent hoofdletterteken.
ZUID-HOLLAND, E.T.A., BCBS’er
⠘⠵⠥⠊⠙⠤⠓⠕⠇⠇⠁⠝⠙⠂⠀⠘⠑⠲⠞⠲⠁⠲⠂⠀⠘⠃⠉⠃⠎⠄⠠⠑⠗
FEDERATIE SLECHTZIENDEN- EN BLINDENBELANG
⠘⠘⠋⠑⠙⠑⠗⠁⠞⠊⠑⠀⠎⠇⠑⠉⠓⠞⠵⠊⠑⠝⠙⠑⠝⠤⠀⠑⠝⠀⠘⠃⠇⠊⠝⠙⠑⠝⠃⠑⠇⠁⠝⠛
BTW-TARIEVEN
⠘⠃⠞⠺⠤⠞⠁⠗⠊⠑⠧⠑⠝ (BTW en TARIEVEN in hoofdletters)
Maar: BTW-tarieven
⠘⠃⠞⠺⠤⠠⠞⠁⠗⠊⠑⠧⠑⠝ (hier enkel BTW in hoofdletters en daarom staat vóór tarieven het herstelteken eerste betekenis punt 6) - In een passage volledig in hoofdletters kan het voorkomen dat cijfers onmiddellijk en zonder spatie gevolgd worden door een van de eerste tien letters van het alfabet. Om de cijfers van de letters te onderscheiden, plaatst men tussen het cijfer en de daaropvolgende letter een hoofdletterteken. Men gebruikt dan het enkelvoudig hoofdletterteken (46) als er slechts één volgletter is, het permanent hoofdletterteken (45) als het verschillende volgletters betreft.
Voorbeeld: Zie refertes D-NE004W, D-NB007B en D-NB007BDK.
⠨⠵⠊⠑⠀⠗⠑⠋⠑⠗⠞⠑⠎⠀⠘⠙⠤⠝⠑⠼⠚⠚⠙⠺⠂⠀⠘⠙⠤⠝⠃⠼⠚⠚⠛⠨⠃⠀⠑⠝⠀⠘⠙⠤⠝⠃⠼⠚⠚⠛⠘⠃⠙⠅⠲ - In woorden met een enkel of permanent hoofdletterteken worden accent- en trematekens overgenomen conform de zwartschrifttekst:
Eghezée of Éghezée
⠨⠑⠛⠓⠑⠵⠿⠀⠑ ⠕⠋⠀⠨⠿⠛⠓⠑⠵⠿⠑
EGHEZEE of ÉGHEZÉE
⠘⠑⠛⠓⠑⠵⠑⠑⠀⠕⠋⠀⠘⠿⠛⠓⠑⠵⠿⠑
Saint-Etienne of Saint-Étienne
⠨⠎⠁⠊⠝⠞⠤⠨⠑⠞⠊⠑⠝⠝⠑ ⠕⠋ ⠨⠎⠁⠊⠝⠞⠤⠨⠿⠞⠊⠑⠝⠝⠑
SAINT-ETIENNE of SAINT-ÉTIENNE
⠘⠎⠁⠊⠝⠞⠤⠑⠞⠊⠑⠝⠝⠑⠀⠕⠋⠀⠘⠎⠁⠊⠝⠞⠤⠿⠞⠊⠑⠝⠝⠑
BELGIE of BELGIË
⠘⠃⠑⠇⠛⠊⠑⠀⠕⠋⠀⠘⠃⠑⠇⠛⠊⠫ - Om aan te geven dat meer dan drie op elkaar volgende woorden in hoofdletters geschreven zijn, plaatst men het permanent hoofdletterteken tweemaal vóór het eerste woord en eenmaal vóór het laatste woord.
VERENIGING VOOR DE BEVORDERING VAN HET ALGEMEEN WELZIJN
⠘⠘⠧⠑⠗⠑⠝⠊⠛⠊⠝⠛⠀⠧⠕⠕⠗⠀⠙⠑⠀⠃⠑⠧⠕⠗⠙⠑⠗⠊⠝⠛⠀⠧⠁⠝⠀⠓⠑⠞⠀⠁⠇⠛⠑⠍⠑⠑⠝⠀⠘⠺⠑⠇⠵⠊⠚⠝ - Het gebruik van hoofdletters in Romeinse cijfers gebeurt conform de zwartschrifttekst:
I (1) V (5) X (10)
⠨⠊⠀⠦⠼⠁⠴⠀⠨⠧⠀⠦⠼⠑⠴⠀⠨⠭⠀⠦⠼⠁⠚⠴
II (2) III (3) IV (4)
⠘⠊⠊⠀⠦⠼⠃⠴⠀⠘⠊⠊⠊⠀⠦⠼⠉⠴⠀⠘⠊⠧⠀⠦⠼⠙⠴
VI (6) VII (7) VIII (8)
⠘⠧⠊⠀⠦⠼⠋⠴⠀⠘⠧⠊⠊⠀⠦⠼⠛⠴⠀⠘⠧⠊⠊⠊⠀⠦⠼⠓⠴
IX (9) XX (20) XXX (30)
⠘⠊⠭⠀⠦⠼⠊⠴⠀⠘⠭⠭⠀⠦⠼⠃⠚⠴⠀⠘⠭⠭⠭⠀⠦⠼⠉⠚⠴
XL (40) LX (60) LXX (70)
⠘⠭⠇⠀⠦⠼⠙⠚⠴⠀⠘⠇⠭⠀⠦⠼⠋⠚⠴⠀⠘⠇⠭⠭⠀⠦⠼⠛⠚⠴
LXXX (80) XC (90) CM (900)
⠘⠇⠭⠭⠭⠀⠦⠼⠓⠚⠴⠀⠘⠭⠉⠀⠦⠼⠊⠚⠴⠀⠘⠉⠍⠀⠦⠼⠊⠚⠚⠴
MCM (1900) MM (2000)
⠘⠍⠉⠍⠀⠦⠼⠁⠊⠚⠚⠴⠀⠘⠍⠍⠀⠦⠼⠃⠚⠚⠚⠴
2.13. Internettekens
- apenstaartje/at-sign [@] ⠜ (345)
- underscore in e-mailadressen [_] ⠸ (456)
- slangenlijntje [~] ⠐⠢ (5 26)
- slash [/] ⠌ (34)
- backslash [\] in papierbraille ⠐⠡ (5 16)
Voorbeelden:
educa@standaard.com
⠑⠙⠥⠉⠁⠜⠎⠞⠁⠝⠙⠁⠁⠗⠙⠲⠉⠕⠍
website: http://www.avh.asso.fr
⠺⠑⠃⠎⠊⠞⠑⠒⠀⠓⠞⠞⠏⠒⠌⠌⠺⠺⠺⠲⠁⠧⠓⠲⠁⠎⠎⠕⠲⠋⠗
Het bestand Adressen.txt staat in de map c:\Mijn documenten.
⠨⠓⠑⠞⠀⠃⠑⠎⠞⠁⠝⠙⠀⠨⠁⠙⠗⠑⠎⠎⠑⠝⠲⠞⠭⠞⠀⠎⠞⠁⠁⠞⠀⠊⠝⠀⠙⠑⠀⠍⠁⠏⠀⠉⠒⠐⠡⠨⠍⠊⠚⠝⠀⠙⠕⠉⠥⠍⠑⠝⠞⠑⠝⠲
2.14. Kopiëren van verzen
In versregelschikking begint elk vers op een nieuwe regel, zonder versregeltekens te gebruiken. Deze zijn wel nodig wanneer verzen in een prozatekst worden geciteerd, waarbij de oorspronkelijke lay-out niet wordt overgenomen. Men plaatst dan spatie + schuine streep + spatie om de regeleinden (van de oorspronkelijke lay-out) tussen de verzen weer te geven.
In versregelschikking:
Ik zou een dag uit vissen,
Ik voelde me moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
(Nijhoff)
⠨⠊⠅⠀⠵⠕⠥⠀⠑⠑⠝⠀⠙⠁⠛⠀⠥⠊⠞⠀⠧⠊⠎⠎⠑⠝⠂
⠨⠊⠅⠀⠧⠕⠑⠇⠙⠑⠀⠍⠑⠀⠍⠕⠑⠙⠑⠇⠕⠕⠎⠲
⠨⠊⠅⠀⠍⠁⠁⠅⠞⠑⠀⠞⠥⠎⠎⠑⠝⠀⠙⠑⠀⠇⠊⠎⠎⠑⠝
⠍⠑⠞⠀⠙⠑⠀⠓⠁⠝⠙⠀⠑⠑⠝⠀⠺⠁⠅⠀⠊⠝⠀⠓⠑⠞⠀⠅⠗⠕⠕⠎⠲
⠦⠨⠝⠊⠚⠓⠕⠋⠋⠴
Met schuine streep als versregelteken:
‘Vlieg / naar de koperen einder! / Daar is de zoetheid. / Daar hangt de vrucht.’
(Ter Balkt)
⠄⠨⠧⠇⠊⠑⠛⠀⠌⠀⠝⠁⠁⠗⠀⠙⠑⠀⠅⠕⠏⠑⠗⠑⠝⠀⠑⠊⠝⠙⠑⠗⠖⠀⠌⠀⠨⠙⠁⠁⠗⠀⠊⠎⠀⠙⠑⠀⠵⠕⠑⠞⠓⠑⠊⠙⠲⠀⠌⠀⠨⠙⠁⠁⠗⠀⠓⠁⠝⠛⠞⠀⠙⠑⠀⠧⠗⠥⠉⠓⠞⠲⠄
⠦⠨⠞⠑⠗⠀⠨⠃⠁⠇⠅⠞⠴
2.15. Leestekens (volgorde conform het braillesysteem)
- ⠷ vierkant/recht haakje openen (12356)
- ⠾ vierkant/recht haakje sluiten (23456)
- ⠂ komma (2)
- ⠆ puntkomma (23)
- ⠒ dubbelpunt/dubbele punt (25); wordt ook gebruikt in schaalaanduidingen en digitale tijdsaanduidingen.
- Deze wandkaart heeft een schaal van 1 : 7.500.⠨
⠨⠙⠑⠵⠑⠀⠺⠁⠝⠙⠅⠁⠁⠗⠞⠀⠓⠑⠑⠋⠞⠀⠑⠑⠝⠀⠎⠉⠓⠁⠁⠇⠀⠧⠁⠝⠀⠼⠁ ⠒ ⠼⠛⠲⠑⠚⠚⠲
KERSTMARKT
op vrijdag 9 december van 16:30 tot 21:30 uur.
⠘⠅⠑⠗⠎⠞⠍⠁⠗⠅⠞
⠕⠏⠀⠧⠗⠊⠚⠙⠁⠛⠀⠼⠊⠀⠙⠑⠉⠑⠍⠃⠑⠗⠀⠧⠁⠝⠀⠼⠁⠋⠒⠼⠉⠚⠀⠞⠕⠞⠀⠼⠃⠁⠒⠼⠉⠚⠀⠥⠥⠗⠲
- ⠲ punt (256)
- ⠲⠲⠲ beletselteken (in zwartschrift drie opeenvolgende puntjes; in braille driemaal 256 na elkaar, zonder spatie)
- ⠢ vraagteken (26)
- ⠖ uitroepteken (235)
- ⠶ dubbel aanhalingsteken openen/sluiten (2356)
- ⠦ rond haakje openen (236)
- ⠴ rond haakje sluiten (356)
- ⠌ schuine streep (34)
- ⠄ apostrof (3) + enkel aanhalingsteken openen/sluiten (3)
- ⠤ gedachtestreepje (36)
2.16. Liggend streepje
Het liggend streepje ⠤ (36) wordt voor verschillende doeleinden gebruikt: aandachtsstreepje, afbrekingsstreepje, weglatingsstreepje, koppelteken, liggend streepje en minteken.
Voorbeelden:
Hij vertelde – zonder het te beseffen – een goede mop.
⠨⠓⠊⠚⠀⠧⠑⠗⠞⠑⠇⠙⠑⠀⠤⠀⠵⠕⠝⠙⠑⠗⠀⠓⠑⠞⠀⠞⠑⠀⠃⠑⠎⠑⠋⠋⠑⠝⠀⠤⠀⠑⠑⠝⠀⠛⠕⠑⠙⠑⠀⠍⠕⠏⠲
De sergeant-majoor was ver-
moeid.
⠨⠙⠑⠀⠎⠑⠗⠛⠑⠁⠝⠞⠤⠍⠁⠚⠕⠕⠗⠀⠺⠁⠎⠀⠧⠑⠗⠤
⠍⠕⠑⠊⠙⠲
groente- en fruithandel
⠛⠗⠕⠑⠝⠞⠑⠤⠀⠑⠝⠀⠋⠗⠥⠊⠞⠓⠁⠝⠙⠑⠇
3 – 2 = 1
⠼⠉⠀⠤⠀⠼⠃⠀⠶⠀⠼⠁
2.17. Muntsymbolen/valutatekens
Als de munteenheid na het getal wordt geplaatst, dan wordt ze bij voorkeur voluit geschreven. Geplaatst vóór het getal wordt de munteenheid door haar beginletter weergegeven.
Voorbeelden:
10 dollar: d10
⠼⠁⠚⠀⠙⠕⠇⠇⠁⠗⠒⠀⠙⠼⠁⠚
10 euro: e10
⠼⠁⠚⠀⠑⠥⠗⠕⠒⠀⠑⠼⠁⠚
10 pond: p10
⠼⠁⠚⠀⠏⠕⠝⠙⠒⠀⠏⠼⠁⠚
10 yen: y10
⠼⠁⠚⠀⠽⠑⠝⠒⠀⠽⠼⠁⠚
2.18. Procent- en promilleteken
- Procentteken [%] ⠿ (123456): met een spatie tussen het getal en het procentteken.
- Promilleteken [‰] ⠿⠿ (het 6-puntsteken 123456 tweemaal vast aan elkaar): met een spatie tussen het getal en het promilleteken.
2.19. Punt
⠲ (256) in alle toepassingen.
Bij het bepalen van de nieuwe braillestandaard voor het Nederlandse taalgebied stonden eenvormigheid en aanpassing aan de nieuwe technologieën centraal. In zwartschrift is de punt in alle toepassingen hetzelfde teken. Dit is uiteraard ook zo voor alle vormen van computergestuurde tekstverwerking: scannen, internet, printen enz. Hierbij wordt dan ook in braille telkens hetzelfde teken weergegeven. Als veelvuldig voorkomend teken moest voor de punt in braille dan ook voor één teken gekozen worden. Er waren twee opties mogelijk: 3 of 256. Beide opties hebben voor- en nadelen: 3 is tactiel esthetischer, 256 is tactiel makkelijker herkenbaar. Na ruim overleg met beroepskrachten en gebruikers werd uiteindelijk voor de optie 256 gekozen. 256 is dan ook punt in alle toepassingen: eindezinspunt, afkortingspunt, scheidingspunt in getallen, invulpuntjes, voorlooppuntjes, beletselteken enz.
Voorbeelden:
Hij werkte enkel ’s avonds.
⠨⠓⠊⠚⠀⠺⠑⠗⠅⠞⠑⠀⠑⠝⠅⠑⠇⠀⠄⠎⠀⠁⠧⠕⠝⠙⠎⠲
Geef me wat water, a.u.b.
⠨⠛⠑⠑⠋⠀⠍⠑⠀⠺⠁⠞⠀⠺⠁⠞⠑⠗⠂⠀⠁⠲⠥⠲⠃⠲
Hij zou komen maar …
⠨⠓⠊⠚⠀⠵⠕⠥⠀⠅⠕⠍⠑⠝⠀⠍⠁⠁⠗ ⠲⠲⠲
Sapper…
⠨⠎⠁⠏⠏⠑⠗⠲⠲⠲
Vul in ei of ij: p..n, r..s.
⠨⠧⠥⠇⠀⠊⠝⠀⠑⠊⠀⠕⠋⠀⠊⠚⠒⠀⠏⠲⠲⠝⠂⠀⠗⠲⠲⠎⠲
peter.demol@skynet.be
⠏⠑⠞⠑⠗⠲⠙⠑⠍⠕⠇⠜⠎⠅⠽⠝⠑⠞⠲⠃⠑
Zie ook punt 10.2.1.
⠨⠵⠊⠑⠀⠕⠕⠅⠀⠏⠥⠝⠞⠀⠼⠁⠚⠲⠃⠲⠁⠲
Dit toestel kost 1.250 euro.
⠨⠙⠊⠞⠀⠞⠕⠑⠎⠞⠑⠇⠀⠅⠕⠎⠞⠀⠼⠁⠲⠃⠑⠚⠀⠑⠥⠗⠕⠲
FNB tel. 0486.486.486
⠘⠋⠝⠃⠀⠞⠑⠇⠲⠀⠼⠚⠙⠓⠋⠲⠙⠓⠋⠲⠙⠓⠋
2.20. Sleutelteken tweede betekenis
⠐ (5)
Het sleutelteken tweede betekenis wordt gebruikt om waar nodig de herkenning van een teken in zijn tweede betekenis te vergemakkelijken. Dit is onder meer het geval om aan te geven dat een teken in zijn tweede betekenis gelezen moet worden. Het sleutelteken tweede betekenis moet met de grootste terughoudendheid worden gebruikt en dient alleen om mogelijke misverstanden te voorkomen.
Voorbeelden:
C&A
⠘⠉⠐⠯⠁ (hier niet c cedille maar ampersandteken)
⠐⠡ (niet a accent circonflexe maar backslash)
2.21. Tekens met meervoudige functies
De eerstgenoemde functie is de oorspronkelijke.
- ⠙ letter d en dollarteken
- ⠑ letter e en euroteken
- ⠏ letter p en pondteken
- ⠭ letter x, kan ook maal betekenen.
- ⠽ letter ypsilon en yenteken
- ⠯ c cedille en ampersand/en-teken (in initiaalwoorden voorafgegaan door het sleutelteken tweede betekenis punt 5)
- ⠿ e accent aigu, positioneringsteken, procentteken (na een getal) en promilleteken (tweemaal na een getal)
- ⠷ a accent grave en vierkant/recht haakje openen
- ⠾ u accent grave en vierkant/recht haakje sluiten
- ⠡ a accent circonflexe en backslash (in papierbraille voorafgegaan door punt 5)
- ⠳ u trema en horizontale breukstreep
- ⠒ dubbelpunt/dubbele punt; wordt tevens gebruikt in schaalaanduidingen en digitale tijdsaanduidingen.
- ⠲ punt en deelteken
- ⠲⠲⠲ beletselteken en voorlooppuntje(s) bij inhoudsopgaven met paginering
- ⠖ uitroepteken, plusteken en overlijdensteken
- ⠶ dubbel aanhalingsteken openen/sluiten en isgelijkteken
- ⠦ rond haakje openen en maalteken
- ⠔ sterretje, herhalingsteken in zangteksten, tweede deel van het duim-, minuut- en secondeteken, kan ook maal betekenen
- ⠈⠴ graad-, temperatuur- en geboorteteken
- ⠈⠔⠔ duim- en secondeteken
- ⠌ schuine streep, schuine breukstreep, slash, indexingang in machtstekens, kan ook deelteken betekenen
- ⠜ a trema, apenstaartje
- ⠬ o accent aigu/beklemtoonde o en paragraafteken
- ⠸ drukwijzigingsteken (geeft aan dat de aldus gemarkeerde passage in zwartschrift cursief of vet gedrukt of onderstreept is) en underscore in e mailadressen
- ⠐ einderegelteken en sleutelteken tweede betekenis
- ⠄ apostrof en enkel aanhalingsteken openen/sluiten
- ⠤ liggend streepje, koppelteken, afbrekingsteken, gedachtestreepje en minteken
2.22. Voortekens
- Voortekens zijn brailletekens die in zwartschrift niet bestaan. Ze zijn nodig om nauwgezet de omzetting van zwartschrift naar braille mogelijk te maken. Niettemin vertragen voortekens het lezen. Daarom wordt aanbevolen het gebruik van voortekens zoveel mogelijk tot het echt noodzakelijke minimum te beperken.
- – Voortekens zijn onder meer het herstelteken/sleutelteken eerste betekenis ⠠ (6), het sleutelteken tweede betekenis ⠐ (5), het alfabetwisselingsteken ⠰ (56), het cursiefteken ⠸ (456), het hoofdletterteken ⠨ (46) en het permanent hoofdletterteken ⠘ (56).
- Heel uitzonderlijk kan het gebeuren dat verschillende voortekens na elkaar komen te staan. De volgorde is dan als volgt: cursiefteken, herstelteken, alfabetwisselingsteken, hoofdletterteken of permanent hoofdletterteken. Het drukwijzigingsteken kan desgevallend ook voorafgaan aan een cijferteken.
2.23. Zeldzaam voorkomende tekens
Onderstaande tekens komen in tekstbraillepublicaties weinig voor. Ook in zwartschrift zijn ze enkel in een heel specifieke context van toepassing. In dit overzicht worden ze uitsluitend vermeld voor het geval ze voor een of andere brailleomzetting toch noodzakelijk zouden zijn.
- copyright-teken [©]: ⠐⠉ (5 14)
- geboorteteken [°]: ⠈⠴ (zonder spatie vóór het jaartal) (4 356)
- hekje [#]: ⠐⠼ (5 3456)
- paragraafteken [§]: ⠬ (346)
- overlijdensteken [†]: ⠖ (zonder spatie vóór het jaartal) (235)
- registered-teken [®]: ⠐⠗ (5 1235)
- dubbelpunt in schaalaanduidingen (:): ⠒ (spatie vóór en na) (25)
- trademark-teken [™]: ⠐⠞⠍ (5 2345 134)
3. Getallen en aanverwante tekens
3.1. Het cijferteken
- Het eerste cijfer van een getal wordt voorafgegaan door het cijferteken (3456). Er mag geen spatie staan tussen het cijferteken en het bijbehorende getal. Het cijferteken blijft van kracht tot een spatie of een niet-cijfer volgt, tenzij dit teken een komma of een punt is.
Voorbeelden:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
⠼⠁⠀⠼⠃⠀⠼⠉⠀⠼⠙⠀⠼⠑⠀⠼⠋⠀⠼⠛⠀⠼⠓⠀⠼⠊⠀⠼⠚
35 246 133.718
⠼⠉⠑⠀⠀⠼⠃⠙⠋ ⠼⠁⠉⠉⠲⠛⠁⠓
1,5 (anderhalf)
⠼⠁⠂⠑⠀⠦⠁⠝⠙⠑⠗⠓⠁⠇⠋⠴ - Merk op dat in zwartschrift getallen van meer dan drie cijfers vaak door middel van een spatie in groepen worden gesplitst. In papierbraille wordt deze spatie vervangen door een punt (256):
zwartschrift: 1 297 381 euro
papierbraille: 1.297.381 euro
⠼⠁⠲⠃⠊⠛⠲⠉⠓⠁⠀⠑⠥⠗⠕ - Worden er in jaartallen cijfers weggelaten, dan vervangt men die door een weglatingsteken (3), waarbij het weglatingsteken aan het cijferteken voorafgaat:
1 juli ’05
⠼⠁⠀⠚⠥⠇⠊⠀⠄⠼⠚⠑ - Worden twee getallen aan elkaar gekoppeld door een streepje dan krijgen beide het cijferteken:
Wereldoorlog 1940-1945
⠨⠺⠑⠗⠑⠇⠙⠕⠕⠗⠇⠕⠛⠀⠼⠁⠊⠙⠚⠤⠼⠁⠊⠙⠑ - In decimale getallen wordt de komma (,) als decimaalteken gebruikt:
2,5 (twee en een half)
⠼⠃⠂⠑⠀⠦⠞⠺⠑⠑⠀⠑⠝⠀⠑⠑⠝⠀⠓⠁⠇⠋⠴ - Telefoon-, fax-, bankrekeningnummers enz. worden gekopieerd conform het zwartschrift:
Tel. RNIB London⠨
⠞⠑⠇⠲⠀⠘⠗⠝⠊⠃⠀⠨⠇⠕⠝⠙⠕⠝
+ 44-20.73.88.12.66
⠖⠀⠼⠙⠙⠤⠼⠃⠚⠲⠛⠉⠲⠓⠓⠲⠁⠃⠲⠋⠋
of+ 44-20 73 88 12 66
⠖⠀⠼⠙⠙⠤⠼⠃⠚⠀⠼⠛⠉⠀⠼⠓⠓⠀⠼⠁⠃⠀⠼⠋⠋
bankrekeningnummer 210-0934653-17
⠃⠁⠝⠅⠗⠑⠅⠑⠝⠊⠝⠛⠝⠥⠍⠍⠑⠗⠀⠼⠃⠁⠚⠤⠼⠚⠊⠉⠙⠋⠑⠉⠤⠼⠁⠛ - Wordt een getal onmiddellijk gevolgd door een van de eerste tien letters van het alfabet, dan plaatst men vóór deze letter het herstelteken. Na cijfer/letter-samenstellingen kunnen leestekens volgen:
1a, 15de eeuw, 8ste.
⠼⠁⠠⠁⠂⠀⠼⠁⠑⠠⠙⠑⠀⠑⠑⠥⠺⠂⠀⠼⠓⠎⠞⠑⠲
Hij was als 43ste binnengekomen.
⠨⠓⠊⠚⠀⠺⠁⠎⠀⠁⠇⠎⠀⠼⠙⠉⠎⠞⠑⠀⠃⠊⠝⠝⠑⠝⠛⠑⠅⠕⠍⠑⠝⠲
3.2. De basisrekentekens
- plusteken (+) ⠖ (235)
- minteken (-) ⠤ (36)
- isgelijkteken (=) ⠶ (2356)
- maalteken (x) ⠦ (236)
- deelteken (:) ⠲ (256)
Voorbeelden:
1 + 2 = 3
⠼⠁⠀⠖⠀⠼⠃⠀⠶⠀⠼⠉
9 – 5 = 4
⠼⠊⠀⠤⠀⠼⠑⠀⠶⠀⠼⠙
3 x 3 = 9
⠼⠉⠀⠦⠀⠼⠉⠀⠶⠀⠼⠊
8 : 4 = 2
⠼⠓⠀⠲⠀⠼⠙⠀⠶⠀⠼⠃
Spatieregel:
Conform de normen die voor zwartschrift gelden, worden in tekstbraille de rekentekens voorafgegaan en gevolgd door een spatie en komen leestekens zonder spatie tegen het woord waarop ze betrekking hebben. Het toepassen van deze zwartschriftnormen voorkomt in braille verwarring tussen de rekentekens en de overeenstemmende schrijfwijze van bepaalde leestekens. Bovendien staan rekentekens telkens tussen getallen. Waar er heel uitzonderlijk toch verwarring mogelijk zou zijn, plaatst men vóór het rekenteken punt 5 (sleutelteken tweede betekenis).
Voorbeeld:
Op zijn laatste rapport stond voor wiskunde een 6+.
⠨⠕⠏⠀⠵⠊⠚⠝⠀⠇⠁⠁⠞⠎⠞⠑⠀⠗⠁⠏⠏⠕⠗⠞⠀⠎⠞⠕⠝⠙⠀⠧⠕⠕⠗⠀⠺⠊⠎⠅⠥⠝⠙⠑⠀⠑⠑⠝⠀⠼⠋⠐⠖⠲
Zwartschriftconforme alternatieven voor het deel- en maalteken:
- deelteken: of dubbelpunt (25), of schuine streep (34)
- maalteken: of x (1346) of sterretje (35).
Opmerking:
In zwartschrift kan maal ook door een punt worden weergegeven. In brailleschrift kan deze schrijfwijze tot verwarring leiden met het deelteken. Daarom moet de brailleerder een maalpunt altijd vooraf laten gaan door punt 5, het sleutelteken tweede betekenis.
3.3. Breuken
- horizontale breukstreep: ⠳ (1256),
- schuine breukstreep: ⠌ [/] (34).
Overeenkomstig het zwartschrift kan ook in braille een horizontale of schuine breukstreep gebruikt worden. Deze komt zonder spatie tussen teller en noemer van de breuk. Teller en noemer krijgen beide het cijferteken.
Voorbeeld:
of 3/4
⠼⠉⠳⠼⠙⠀⠕⠋⠀⠼⠉⠌⠼⠙
3.4. Procent- en promilleteken
In zwartschrift bestaat het procentteken uit een nulletje linksboven en een nulletje rechtsonder gescheiden door een schuine streep. Zou men in braille dezelfde schrijfwijze volgen, dan heeft men voor het procentteken vier tekens nodig: cijferteken, nul, schuine streep, gezakte nul (356). Bovendien is het teken voor de gezakte nul hetzelfde als rond haakje sluiten, wat als gevolg heeft dat als de gezakte nul door rond haakje sluiten gevolgd wordt, er vóór dit laatste teken dan een herstelteken moet komen. Vlotte leesbaarheid is voor alle lezers een prioritaire doelstelling. Daarom werd na een grondige bespreking voor het goed herkenbare procentteken van de Duitse braillecode gekozen. Dit is het zespuntsteken = met een spatie tussen het getal en het procentteken. Promille wordt weergegeven door tweemaal het 6 puntsteken zonder spatie na elkaar. Voorbeelden:
drie procent 3 %
⠙⠗⠊⠑⠀⠏⠗⠕⠉⠑⠝⠞⠀⠼⠉ ⠿
drie promille 3 ‰
⠙⠗⠊⠑⠀⠏⠗⠕⠍⠊⠇⠇⠑⠀⠼⠉ ⠿⠿
3.5. Oppervlakte- en inhoudsmaten
Bij oppervlakte- en inhoudsmaten wordt in zwartschrift een klein tweetje, resp. drietje, rechtsboven naast de eenheidsaanduiding geschreven. In braille schrijft men:
- vierkante meter [m2]: ⠍⠌⠼⠃
- kubieke meter [m3]: ⠍⠌⠼⠉
- vierkante centimeter [cm2]: ⠉⠍⠌⠼⠃
- kubieke centimeter [cm3]: ⠉⠍⠌⠼⠉
Voorbeelden:
een kamer van 25 m2
⠑⠑⠝⠀⠅⠁⠍⠑⠗⠀⠧⠁⠝⠀⠼⠃⠑⠀⠍⠌⠼⠃
1 m3 is 1.000 liter.
⠼⠁⠀⠍⠌⠼⠉⠀⠊⠎⠀⠼⠁⠲⠚⠚⠚⠀⠇⠊⠞⠑⠗⠲
Het flesje heeft een inhoud van 30 cm3 of 30 cc.
⠨⠓⠑⠞⠀⠋⠇⠑⠎⠚⠑⠀⠓⠑⠑⠋⠞⠀⠑⠑⠝⠀⠊⠝⠓⠕⠥⠙⠀⠧⠁⠝⠀⠼⠉⠚⠀⠉⠍⠌⠼⠉⠀⠕⠋⠀⠼⠉⠚⠀⠉⠉⠲
3.6. Graad-, minuut- en secondeteken
- graadteken [°]: ⠈⠴ (4 + 356).
- minuutteken [‘]: ⠈⠔ (4 + 35).
- secondeteken [”]: ⠈⠔⠔ (4 + 35 + 35).
Deze tekens volgen direct op het getal waarop ze betrekking hebben en worden gebruikt bij hoek- en tijdmeting, aardrijkskundige plaatsbepaling, temperatuur- en diameteraanduiding.
Voorbeelden:
De temperatuur is 22°.
⠨⠙⠑⠀⠞⠑⠍⠏⠑⠗⠁⠞⠥⠥⠗⠀⠊⠎⠀⠼⠃⠃⠈⠴⠲
Een hoek van 27°30′.
⠨⠑⠑⠝⠀⠓⠕⠑⠅⠀⠧⠁⠝⠀⠼⠃⠛⠈⠴⠀⠼⠉⠚⠈⠔⠲
Het record is 3’5”.
⠨⠓⠑⠞⠀⠗⠑⠉⠕⠗⠙⠀⠊⠎⠀⠼⠉⠈⠔⠀⠼⠑⠈⠔⠔⠲
Die plaats ligt op 57°38′ noorderbreedte.
⠨⠙⠊⠑⠀⠏⠇⠁⠁⠞⠎⠀⠇⠊⠛⠞⠀⠕⠏⠀⠼⠑⠛⠈⠴⠀⠼⠉⠓⠈⠔⠀⠝⠕⠕⠗⠙⠑⠗⠃⠗⠑⠑⠙⠞⠑⠲
3.7. Groter dan en kleiner dan
- groter dan [>]: ⠐⠕ (5 + 135)
- kleiner dan [<]: ⠐⠪ (5 + 246)
4. Alfabetisch tekenregister
Belangrijk
Hier volgt het alfabetisch tekenregister van de braillestandaard voor algemeen tekstbraille in het Nederlandse taalgebied.
Net als in zwartschrift heeft een aantal tekens ook in braille een meervoudige functie. Dit is onder meer het geval voor tekens als punt, schuine streep, sterretje, streepje enz.
De tekenbenamingen zijn ontleend aan de gangbare terminologie in het Nederlandse taalgebied, maar hierin is niet echt eenduidigheid. Het komt dan ook voor dat voor eenzelfde teken verschillende benamingen in gebruik zijn. In dit alfabetisch tekenregister werden zoveel mogelijk alle gebruikte benamingen opgenomen.
Volgorde van de gegevens:
- de tekenbenaming;
- het overeenstemmende brailleteken;
- tussen haakjes de overeenstemmende braillepunten zoals ze in de braillematrix van punt 1 tot punt 6 worden genummerd:
- linksboven punt 1
- linksmidden punt 2
- linksonder punt 3
- rechtsboven punt 4
- rechtsmidden punt 5
- rechtsonder punt 6
Alfabetisch tekenregister
- a ⠁ (1)
- a accent circonflexe [â] ⠡ (16)
- a accent grave [à] ⠷ (12356)
- a trema [ä] ⠜ (345)
- aandachtsstreepje ⠤ (36)
- afbreekstreepje/afbrekingsteken ⠤ (36)
- afkappingsteken/apostrof/weglatingsteken [‘] ⠄ (3)
- afkortingspunt ⠲ (256)
- alfabetwisselingsteken ⠰ (56)
- ampersand/en-teken [&] ⠯ (12346)
- apenstaartje/at-sign [@] ⠜ (345)
- apostrof/weglatingsteken [‘] ⠄ (3)
- asterisk/sterretje [*] ⠔ (35)
- b ⠃ (12)
- backslash [\] ⠐⠡ (5 16)
- beletselteken […] ⠲⠲⠲ (256 256 256)
- benadrukkingsteken ⠸ (456)
- c ⠉ (14)
- c cedille [ç] ⠯ (12346)
- cijfers 1 ⠼⠁ 2 ⠼⠃ 3 ⠼⠉ 4 ⠼⠙ 5 ⠼⠑ 6 ⠼⠋ 7 ⠼⠛ 8 ⠼⠓ 9 ⠼⠊ 0 ⠼⠚
- cijferteken ⠼ (3456)
- copyright-teken [©] ⠐⠉ (5 14)
- cursiefteken ⠸ (456)
- d ⠙ (145)
- decimaalteken ⠂ (2)
- deelteken [:] ⠲ (256)
- dollarteken [$] ⠙ (145)
- drukwijzigingsteken ⠸ (456)
- dubbel aanhalingsteken openen/sluiten [“] ⠶ (2356)
- dubbelpunt [:] ⠒ (25)
- dubbelpunt in digitale tijdsaanduidingen [:] ⠒ (25)
- duimteken [“] ⠈⠔⠔ (4 35 35)
- e ⠑ (15)
- e accent aigu [é] ⠿ (123456)
- e accent circonflexe [ê] ⠣ (126)
- e accent grave [è] ⠮ (2346)
- e trema [ë] ⠫ (1246)
- einderegelteken ⠐ (5) (enkel op het einde van een regel in internetadressen, muziekschrift, e mailadressen en rekenkundige bewerkingen)
- enkel aanhalingsteken openen/sluiten [‘] ⠄ (3)
- en-teken/ampersandteken [&] ⠯ (12346)
- euroteken [€] ⠑ (15)
- f ⠋ (124)
- g ⠛ (1245)
- geboorteteken [°] ⠈⠴ (4 356)
- gedachtestreepje [-] ⠤ (36)
- gelijkteken [=] ⠶ (2356)
- graadteken [°] ⠈⠴ (4 356)
- groter dan [>] ⠐⠕ (5 135)
- h ⠓ (125)
- hekje [#] ⠐⠼ (5 3456)
- herhalingsteken ⠔ (35)
- herstelteken eerste betekenis van een teken ⠠ (6)
- hoofdletterteken ⠨ (46)
- horizontale breukstreep ⠳ (1256)
- i ⠊ (24)
- i accent circonflexe ⠩ (146)
- i trema ⠻ (12456)
- indelingsstreepje in opsommingen ⠤ (36)
- indexingang in machtstekens ⠌ (34)
- invulpuntje(s) ⠲ (256)
- isgelijkteken [=] ⠶ (2356)
- j ⠚ (245)
- k ⠅ (13)
- kleiner dan [<] ⠐⠪ (5 246)
- komma [,] ⠂ (2)
- kommapunt ⠆ (23)
- koppelteken [-] ⠤ (36)
- kubieke meter [m3] ⠍⠌⠼⠉ (134 34 3456 14)
- l ⠇ (123)
- liggend streepje [-] ⠤ (36)
- m ⠍ (134)
- maalteken [×] ⠦ (236)
- minteken [-] ⠤ (36)
- minuutteken [‘] ⠈⠔ (4 35)
- n ⠝ (1345)
- o ⠕ (135)
- o accent aigu [ó] ⠬ (346)
- o accent circonflexe [ô] ⠹ (1456)
- o trema [ö] ⠪ (246)
- of-teken ⠌ (34)
- onderstrepingsteken ⠸ (456)
- overlijdensteken [†] ⠖ (235)
- p ⠏ (1234)
- paragraafteken [§] ⠬ (346)
- permanent hoofdletterteken ⠘ (45)
- plusteken [+] ⠖ (235)
- pondteken [£] ⠏ (1234)
- positioneringsteken ⠿ (123456)
- procentteken ⠿ (123456)
- promilleteken ⠿⠿ (123456 123456)
- punt (in alle toepassingen) [.] ⠲ (256)
- puntkomma [;] ⠆ (23)
- q ⠟ (12345)
- r ⠗ (1235)
- recht/vierkant haakje openen ⠷ (12356)
- recht/vierkant haakje sluiten ⠾ (23456)
- registered-teken [®] ⠐⠗ (5 1235)
- rond haakje openen [(] ⠦ (236)
- rond haakje sluiten [)] ⠴ (356)
- s ⠎ (234)
- schaalaanduidingsteken [:] ⠒ (25)
- schuine breukstreep [/] ⠌ (34)
- schuine streep [/] ⠌ (34)
- secondeteken [”] ⠈⠔⠔ (4 35 35)
- slangenlijntje in internetadressen [~] ⠐⠢ (5 26)
- slash [/] ⠌ (34)
- sleutelteken tweede betekenis ⠐ (5)
- sterretje [*] ⠔ (35)
- streepje [-] ⠤ (36)
- t ⠞ (2345)
- tegen-teken/versus-teken [/] ⠌ (34)
- temperatuurteken [°] ⠈⠴ (4 356)
- trademark-teken [™] ⠐⠞⠍ (5 2345 134)
- u ⠥ (136)
- u accent circonflexe [û] ⠱ (156)
- u accent grave [ù] ⠾ (23456)
- u trema [ü] ⠳ (1256)
- uitroepteken [!] ⠖ (235)
- underscore/onderstrepingsteken [_] ⠸ (456)
- v ⠧ (1236)
- versregelteken (conform de in zwartschrift gebruikte schuine streep) [ / ] ⠌ (34)
- versus-teken/tegen-teken [/] ⠌ (34)
- verwijzingsteken [*] ⠔ (35)
- vierkante meter ⠍⠌⠼⠃ (134 34 3456 12)
- vierkant/recht haakje openen ([) ⠷ (12356)
- vierkant/recht haakje sluiten (]) ⠾ (23456)
- voetnootteken [*] ⠔ (35)
- voorlooppuntje(s) ⠲ (256)
- voorteken in duim-, geboorte-, graad-, minuut- en secondeteken ⠈ (4)
- vraagteken [?] ⠢ (26)
- w ⠺ (2456)
- weglatingsteken/apostrof [‘] ⠄ (3)
- x ⠭ (1346)
- yenteken [¥] ⠽ (13456)
- ypsilon [y] ⠽ (13456)
- z ⠵ (1356)