Handleiding voor het basisbrailleschrift graad 0 (NKg 0) Uitgebreid met handleiding voor het kortschrift graad 1 (NKg 1) Ongewijzigde herdruk Uitgave van: - Het centraal orgaan lectuurvoorziening voor blinden en slechtzienden - Het nationaal Komitee van het Belgisch blindenwezen Den Haag – november 1985 [ph] opmerkingen: - Verouderde richtlijnen. Alleen geschikt voor historische verwijzing. - Opmerkingen graag naar het e-mail adres: 640826 (at) gmail.com. - De brailletekens zijn omgezet naar 8-punt unicode. - Bevat oud-Nederlandse tekst, de opmaak is zoveel mogelijk overgenomen. - Toegevoegd “PP” (papieren-paginanummer origineel boek) voor snel zoeken. - Waar nodig een extra braille positieteken ⠿ toegevoegd in verband met de leesbaarheid. - Opmerkingen van de originele auteurs staan tussen ronde haken "()". - Braillevoorbeelden zijn ook in zwartschrift tussen vierkante haken geplaatst "[]", net zoals opmerkingen voor verbetering van de leesbaarheid. 30 Oktober 2017. [Nieuwe pagina] Inleiding Ter bewaking van de eenheid van het brailleschrift is opgericht de Vlaams- Nederlandse Braille commissie. Dit samenwerkingsorgaan bestaat een afvaardiging van het Nationaal Komitee van het Belgisch blindenwezen en de Nationale Braille Commissie van de Vereniging het Nederlandse Blindenwezen. Deze handleiding geeft de regels voor het basis brailleschrift in het Nederlandse taalgebied. Toegevoegd een handleiding voor “kortschrift” (Braille graad 1) die het gebruik van de vier ingeburgerde "kortschrifttekens" uiteenzet en vastlegt. De Commissie. [Nieuwe pagina] PP 1 Inhoud Graad 0 Inhoud … 1 Algemeen … 3 Omschrijving der tekens … 4 Het herstelteken … 8 De hersteltekenregel … 10 Het hoofdletterteken … 11 De punt … 13 Het liggend streepje … 15 Het sterretje … 16 Het herhalingsteken … 18 Het versregelteken … 19 Het cursiefteken … 20 Het klemtoonteken … 21 Het taalwisselingsteken … 22 Leestekens … 24 Volgorde der voortekens … 25 Alinea-aanduiding … 26 Bladnummering … 27 Het cijferteken en getallen … 28 Getalbreuken … 31 Inhoud Pagina 1 [Nieuwe pagina] PP 2 Rekentekens … 32 Haakjes … 33 Graden, minuten, seconden … 34 Oppervlakte en inhoud … 35 Procent en promille … 36 Romeinse cijfers … 37 Valuta-aanduidingen … 38 Graad 1 Inleiding … 39 Het herstelteken … 40 Lettergroepverkortingen … 41 Regels … 42 Samenstelling van de Vlaams-Nederlandse braillecommisie … 43 Inhoud Pagina 2 [Nieuwe pagina] PP 3 Algemeen Waar hier en verder het teken ⠿ een ander voorafgaat dient het om de stand van de punten duidelijk te maken. De punten in een teken worden als volgt genummerd: Links boven 1 – 4 Boven rechts Midden 2 – 5 Midden Onder 3 – 6 Onder De 63 tekens volgens het braillesysteem gerangschikt: ⠿⠁⠅⠥⠡ ⠿⠂ ⠿⠈ ⠿⠄ ⠿⠃⠇⠧⠣ ⠿⠆ ⠿⠘ ⠿⠤ ⠿⠉⠍⠭⠩ ⠿⠒ ⠿⠌ ⠿⠠ ⠿⠙⠝⠽⠹ ⠿⠲ ⠿⠜ ⠿⠑⠕⠵⠱ ⠿⠢ ⠿⠬ ⠿⠋⠏⠯⠫ ⠿⠖ ⠿⠼ ⠿⠛⠟⠿⠻ ⠿⠶ ⠿⠨ ⠿⠓⠗⠷⠳ ⠿⠦ ⠿⠸ ⠿⠊⠎⠮⠪ ⠿⠔ ⠿⠐ ⠿⠚⠞⠾⠺ ⠿⠴ ⠿⠰ Algemeen Pagina 3 [Nieuwe pagina] PP 4 Omschrijving der tekens: ⠿⠁ letter a ⠿⠃ letter b ⠿⠉ letter c ⠿⠙ letter d ⠿⠑ letter e ⠿⠋ letter f ⠿⠛ letter g ⠿⠓ letter h ⠿⠊ letter i ⠿⠚ letter j Deze tien tekens worden ook gebruikt voor de cijfers één, twee … negen, nul. Zie hiervoor hoofdstuk “Het cijferteken en getallen” en “Het herstelteken”. Omschrijving der tekens Pagina 4 [Nieuwe pagina] PP 5 ⠿⠅ letter k ⠿⠇ letter l ⠿⠙ letter m ⠿⠝ letter n ⠿⠕ letter o ⠿⠏ letter p ⠿⠟ letter q ⠿⠗ letter r ⠿⠎ letter s ⠿⠞ letter t ⠿⠥ letter u ⠿⠧ letter v ⠿⠭ letter x ⠿⠽ letter y ⠿⠵ letter z ⠿⠯ c-cedille ⠿⠿ e-accent aiçu ⠿⠷ a-accent grave ⠿⠮ e-accent grave ⠿⠾ u-accent grave [ph]: De letter “w” staat op de volgende bladzijde (originele opmaak). Omschrijving der tekens Pagina 5 [Nieuwe pagina] PP 6 ⠿⠡ a-accent circonflexe ⠿⠣ e-accent circonflexe ⠿⠩ i-accent circonflexe ⠿⠹ o-accent circonflexe ⠿⠱ u-accent circonflexe ⠿⠫ e-trema ⠿⠻ i-trema ⠿⠳ u-trema, breukstreep ⠿⠪ o-trema ⠿⠺ letter w ⠿⠂ komma ⠿⠆ puntkomma ⠿⠒ dubbele punt ⠿⠲ zinspunt, gedeeld door ⠿⠢ vraagteken ⠿⠖ uitroepteken ⠿⠶ haakje, is-gelijkteken ⠿⠦ aanhalingsteken openen, maal ⠿⠔ sterretje, herhalingsteken ⠿⠴ aanhalingsteken sluiten Omschrijving der tekenen Pagina 6 [Nieuwe pagina] PP 7 ⠿⠘ permanent hoofdletterteken ⠿⠌ schuine streep in tekst ⠿⠜ a-trema, versregelteken ⠿⠬ paragraafteken ⠿⠼ cijferteken ⠿⠨ hoofdletterteken ⠿⠸ cursiefteken ⠿⠐ klemtoonteken ⠿⠰ taalwisselingsteken ⠿⠄ apostrof, alle punten behalve die aan het einde van een zin ⠿⠤ streepje, minteken ⠿⠠ herstelteken Zie voor het gebruik de betreffende hoofdstukjes. Omschrijving der tekens Pagina 7 [Nieuwe pagina] PP 8 Het herstelteken In brailleschrift zijn er tekens die meerdere functies hebben (b.v. de eerste tien letters worden cijfers na het cijferteken). Wanneer men een teken in zijn eerste functie (zie: Omschrijving der tekens, blz. 4 t/m 7) moet “herstellen”, dan gebruikt men het “herstelteken” ⠠ (punt 6). Dit teken kan geplaatst worden vóór een letter of vóór een woord. Om aan te geven dat een hele passage (van meer dan 3 woorden) “hersteld” is, plaatst men vóór het eerste woord het herstelteken tweemaal en vóor het laatste woord éénmaal. Het herstelteken wordt gebruikt in het basis-brailleschrift tussen een getal en de Herstelteken Pagina 8 [Nieuwe pagina] PP 9 direct daarop volgende letter, als dit één van de eerste tien letters is. b.v. ⠼⠁⠠⠑ [1e] ⠼⠃⠠⠙⠑ [2de] ⠼⠉⠠⠁[3e] Het herstelteken wordt geplaatst vóór een leesteken als er verwarring kan ontstaan. b.v. ⠼⠁ ⠼⠚⠴⠠⠴ d.i. 1 procent gevolgd door een aanhalingsteken sluiten, want zonder herstelteken zou het 1 promille zijn. De kracht van het herstelteken hebben de apostrof (behalve na een cijferteken) en het taalwisselingsteken en, in getallen, het hoofdletter- en cursiefteken. b.v. ⠼⠃⠨⠁[2A] ⠼⠉⠸⠙⠑ [3de] ⠼⠑⠘⠓⠁⠧⠕ [5HAVO] máár: het jaar ⠼⠄⠓⠚ [‘80] Herstelteken Pagina 9 [Nieuwe pagina] PP 10 De hersteltekenregel Een herstelteken vóór een woord betekent dat het hele woord in het basisschrift (volschrift) geschreven is. Een herstelteken binnen een woord (dus niet vó’r de eerste letter) betekent dat alléén de direct volgende letter zijn betekenis of functie van de basis heeft. … anders gezegd … Wil men een woord herstellen, dan plaatst men het herstelteken vóór het woord. Wil men één letter van een woord herstellen, dan plaatst men een herstelteken vóór die letter. Moet men de eerste letter herstellen, dan herstelt men automatisch het gehéle woord. Hersteltekenregel Pagina 10 [Nieuwe pagina] PP 11 Het teken om een hoofdletter aan te geven is ⠿⠨ (de punten 4 en 6). Dit "hoofdletterteken" wordt direct vóór de betreffende letter geplaatst en mag daarvan nóóit gescheiden worden b.v. ⠨⠙⠊⠗⠅ [Dirk] ⠨⠅⠕⠎⠞⠑⠗ [Koster] Het hoofdletterteken kan zonder bezwaar binnen een woord worden toegepast. B.v. MacLean Om aan te geven dat het gehele woord in hoofdletters is gedrukt, plaatst men het “permanente hoofdletterteken”⠿⠘ (punten 4 en 5) direct vóór het woord. b.v. ⠘⠃⠗⠥⠎⠎⠑⠇ [BRUSSEL] ⠘⠁⠍⠎⠞⠑⠗⠙⠁⠍ [AMSTERDAM] Hoofdletterteken Pagina 11 [Nieuwe pagina] PP 12 Het permanente hoofdletterteken mag ook gebruikt worden bij letterwoorden met scheidingspunten erin. b.v. ⠘⠝⠄⠅⠄⠃⠄⠃⠄ [NKBB] ⠘⠧⠄⠝⠄⠃⠄⠺⠄ [VNBW] Om aan te geven dat een gehele passage (van meer dan drie woorden) in hoofdletters geschreven is, plaatst men vóór het eerste woord het permanente hoofdletterteken tweemaal en vóór het laatste woord éénmaal. b.v. ⠘⠘⠝⠁⠞⠊⠕⠝⠁⠇⠑ ⠃⠗⠁⠊⠇⠇⠑ ⠉⠕⠍⠍⠊⠎⠎⠊⠑ ⠘⠝⠄⠃⠄⠉⠄ [NATIONALE BRAILLE COMMISSIE N.B.C.] Hoofdletterteken Pagina 12 [Nieuwe pagina] PP 13 De punt De punt wordt in zwartschrift voor vele doeleinden gebruikt en wel als: afkortingspunt, weglatingspunt, gedachtenpunt, opvulpunt, stippel, scheidingspunt, decimale punt, vermenigvuldigingspunt. In al deze gevallen wordt in braille ⠿⠄(punt 3 gebruikt). Bv. ⠘⠝⠄⠅⠄⠃⠄⠃⠄ [N.K.B.B.] ⠨⠑⠝ ⠞⠕⠑⠝ ⠄⠂⠄ [en toen …] ⠞⠑⠇⠄ ⠼⠁⠄⠉⠁⠄⠁⠓ [TEL. 1.31.18] ⠼⠉⠄⠁⠙⠄⠄⠄ [3.14…] ⠑⠝⠵⠄ [enz.] ⠑⠞⠉⠄ [etc.] Deze punt 3 wordt echter nóóit gebruikt om het einde van een zin aan te geven. In dat geval schrijft men Punt Pagina 13 [Nieuwe pagina] PP 14 de “zinspunt” ⠿⠲ (de punten 2, 5 en 6). N.B. Men vergete niet ná een punt 3 aan het einde van een zin deze “zinspunt” ⠿⠲ te schrijven. b.v. ⠨⠓⠽ ⠞⠑⠇⠙⠑⠒ ⠐⠑⠑⠝⠂ ⠞⠺⠑⠑⠂ ⠙⠗⠊⠑ ⠄⠄⠄ ⠑⠞⠉⠄⠲ [Hij telde: één, twee, drie … etc. .] [noot: graad 1: “hij”, niet “hy”] Punt Pagina 14 [Nieuwe pagina] PP 15 Het liggend streepje Het aandachtstreepje wordt in brailleschrift weergegeven door éénmaal het teken ⠿⠤ (de punten 3 en 6) te plaatsen, voorafgegaan en gevolgd door een spatie. Het streepje wordt ook nog voor andere doeleinden gebruikt (afbreekstreepje, weglaatstreepje, koppelteken en minteken), waarbij ook wij van hetzelfde teken gebruik maken. b.v. afbreken van woorden: sergeant-majoor groenten- en fruithandel 3 – 2 = 1 Ik vertelde – zonder het te beseffen – een goede mop. Liggend streepje Pagina 15 [Nieuwe pagina] PP 16 Het sterretje Het sterretje wordt weergegeven door het teken ⠿⠔ (punten 3 en 5) voorafgegaan en gevolgd door een spatie. Komen in een tekst genummerde noten voor, dan zet men direct achter het sterretje een getal. b.v. ⠔⠼⠉ [*3] Voor de verklaring van de noot kan men als volgt te werk gaan: Nadat men de lopende zin beëindigd heeft, plaatst men op een nieuwe regel na drie spaties vóór het nootteken (zo nodig met getal) met daarachter de tekst van de noot. Men springt vervolgens bij elke nieuwe regel van de noot vijf spaties in. Het sterretje Pagina 16 [Nieuwe pagina] PP 17 Men begint ná de noot de volgende regel van de oorspronkelijke tekst weer vooraan de kantlijn. b.v. Er stond een kiosk *3 midden op het plein. *3 “kiosk” is een woord van Turkse herkomst. In de kiosk … enz. Sterretje Pagina 17 [Nieuwe pagina] PP 18 Het herhalingsteken Het sterretje wordt ook als het herhalingsteken in zangteksten, breipatronen .d. gebruikt. Moet een woord, passage, toer etc. direct herhaald worden, dan schrijft men het te herhalen stuk slechts éénmaal, voorafgegaan en gevolgd door het teken ⠿⠔ b.v. *lang zal hij leven* Moet de tekst tussen herhalingstekensmeer dan tweemaal gebruikt worden, dan plaatst men vóór het eerste herhalingsteken het betreffende aantal. Aan het slot wordt slechts het harhalingsteken gezet. b.v. 3*lang zal hij leven* *7 st. av., 1 omslag,3 st. samen av., 1 omslag* Het herhalingsteken Pagina 18 [Nieuwe pagina] PP 19 In gedichten kunnen de versregels afgesloten worden met het versregelteken ⠿⠜ (punten 3, 4, en 5), direct aansluitend aan het laatste teken. b.v. Het regent, het regent, ⠜ de pannen worden nat, ⠜ Er kwamen twee soldaatjes aan, ⠜ die vielen op hun … . Versregelteken Pagina 19 [Nieuwe pagina] PP 20 Het cursiefteken Schuin-, wijd- of vetgedrukte woorden kunnen in brailleschrift voorafgegaan worden door het teken ⠿⠸ (punten 4, 5 en 6). b.v. ⠨⠚⠑ ⠸⠵⠥⠇⠞ ⠓⠑⠞ ⠙⠕⠑⠝⠲ [Je zult het doen.] Zijn er meer dan drie woorden, direct achter elkaar, cursiveert, dan plaatst men het “cursiefteken” twéémaal voor het eerste woord en éénmaal vóór het laatste. b.v. Er stond met vette letters geschreven: Na gebruik weer inleveren. Cursiefteken Pagina 20 [Nieuwe pagina] PP 21 Het klemtoonteken Wanneer het accent-aigu wordt gebruik om een lettergroep klemtoon te geven, wordt daarvoor het klemtoonteken ⠿⠐ (punt 5) gebruikt. Het wordt geplaatst direct vóór de betreffende lettergreep. b.v. één (niet één), dáárvoor, daarná De accentletters worden wél gebruikt als ze dienen om de uitspraak weer te geven. b.v. ⠓⠮ en ⠓⠿ [hé en hé] De accentletters worden ook gebruikt in van oorsprong vreemde woorden. b.v. Blasé, café, maître d‘hòtel Klemtoonteken Pagina 21 [Nieuwe pagina] PP 22 Het taalwisselingsteken Het kan voorkomen, dat in woorden tekens staan, die ons Nederlandse braille-alfabet (zie blz. 4 t/m 7) niet kent, b.v. de doorstreepte o, Griekse woorden e.d. In dat geval plaatst men vóór het woord of vóór de letter het “taalwisselingsteken” ⠿⠰ (punten 5 en 6). Met gebruikt voor de “vreemde” letters dan de brailletekens die voor de betrokken taal gelden. Vóór in het boek (en eventueel in een noot) moeten deze tekens verklaard worden. b.v. ⠉⠁⠰⠻⠕⠝ of ⠰⠉⠁⠻⠕⠝ (spreek uit canjon) Wil men een hele passage (van meer dan drie woorden) er op deze manier uitlichten, Taalwisselingsteken Pagina 22 [Nieuwe pagina] PP 23 dan plaatst men vóór het eerste woord het teken ⠿⠰ tweemaal en vóór het laatste woord éénmaal. Het “herstelteken” dient om een woord of letter binnen het Nederlandse braille-alfabet (zie blz. 4 t/m 7) terug te halen, het “taalwisselingsteken” om het er buiten te brengen. Enige tekens die het Nederlandse alfabet niet kent: Uit het Frans: ⠿⠪ voor de aaneengeschreven letters a en e Uit het Spaans: ⠿⠻ voor de letter n met een slangetje erboven Uit het Deens: ⠿⠪ voor de doorstreepte o Uit het Grieks: Alfa ⠿⠁ bèta ⠿⠃ gamma ⠿⠛ epsilon ⠿⠑ delta ⠿⠙ pi ⠿⠏ Taalwisselingsteken Pagina 23 [Nieuwe pagina] PP 24 Leestekens De leestekens moeten direct aan het bijbehorende woord worden vastgeschreven, dus zonder spatie tussen beide. b.v. Wat vraag je? Jazeker! Het is “vreemd” gegaan. Er mag ook geen spatie staan tussen cijferteken en getal, tussen hoofdletterteken (permanent of niet), cursiefteken, versregelteken en bijbehorend woord of letter. Wil men om verwarring te voorkomen extra aangeven dat het om een leesteken gaat, dan zet men een herstelteken vóór het leesteken. b.v. In braille is het teken voor plus ⠿⠖⠠⠶ Leestekens Pagina 24 [Nieuwe pagina] PP 25 Volgorde der voortekens Als meerdere van de hiervoor genoemde tekens nodig zijn, dienen ze in onderstaande volgorde geschreven te worden. Van links naar rechts: Voorop de grafische tekens in de gewenste volgorde Dan het cursiefteken Dan het klemtoonteken Dan het herstelteken of het taalwisselingsteken Dan het hoofdletterteken of het permanente hoofdletterteken. Verdubbelde tekens (bij passages) staan op de plaats van de enkelvoudige. Volgorde der voortekens Pagina 25 [Nieuwe pagina] PP 26 Alinea aanduiding Het aangeven van een nieuwe alinea geschiedt in braille door: of één regel open te laten of op de “nieuwe” regel minstens twee spaties in te springen Of beide te doen. Voor zover mogelijk houde men zich binnen één boek aan één van de genoemde mogelijkheden. Alinea-aanduiding Pagina 26 [Nieuwe pagina] PP 27 Bladnummering De bladnummering moet op een aparte regel (hetzij de eerste, hetzij de laatste van de pagina) vermeld worden. Het nummer van de braillebladzijde komt zoveel mogelijk rechts, links daarvan komen eventueel een zwartschrift bladzijdenummer, een paragraafnummer, hoofdstukaanduiding e.d. De gegevens moeten door spaties gescheiden worden. De regel waarop deze gegevens staan dient minstens vijf posities in te springen. Bladnummering Pagina 27 [Nieuwe pagina] PP 28 Het cijferteken en getallen Het eerste cijfer van een getal wordt voorafgegaan door het “cijferteken” ⠿⠼ (punten 3, 4, 5 en 6). Er mag geen spatie staan tussen het cijferteken en bijbehorend getal. Het cijferteken blijft van kracht tot een nietcijfer volgt, tenzij dit teken een komma ⠿⠂ of een Punt ⠿⠄ is. b.v. ⠼⠁[1] ⠼⠃⠉ [23] ⠼⠙⠑⠋ [456] ⠼⠁⠂⠑ (anderhalf) ⠼⠁⠄⠚⠚⠚ (duizend) ⠼⠁⠳⠼⠃ (een half) Het verdient aanbeveling getallen van meer dan drie cijfers in groepen te splitsen m.b.v. het teken ⠿⠄ b.v. ⠼⠁⠃⠄⠉⠙⠑⠄⠋⠛⠓ [12.345.678] Cijferteken – getallen Pagina 28 [Nieuwe pagina] PP 29 Worden er, b.v. in jaartallen, cijfers weggelaten, dan vervangt men die door de weglatingspunt ⠿⠄ waarbij het cijferteken aan de punt voorafgaat. b.v. ⠼⠁⠓ ⠋⠑⠃⠗⠥⠁⠗⠊ ⠼⠄⠓⠚ [18 februari ‘80] Worden twee getallen aan elkaar gekoppeld, dan krijgen beide het cijferteken. b.v. ⠨⠎⠞⠊⠉⠓⠞⠊⠝⠛ ⠼⠄⠙⠚⠤⠼⠄⠙⠑ [Stichting ‘40-‘45] In decimale getallen wordt de komma ⠿⠂ als decimaalteken gebruikt. b.v. ⠼⠃⠂⠑ (twee en een half) Bij telefoon- en gironummers gebruike men de algemene regel met als scheidingsteken ⠿⠄ b.v. ⠞⠑⠇⠄ ⠼⠓⠋⠄⠃⠁⠄⠊⠊ [tel. 86.21.55] ⠛⠊⠗⠕ ⠼⠊⠓⠄⠛⠋⠑⠄⠙⠉⠃ [giro 98.765.432] Cijferteken – getallen Pagina 29 [Nieuwe pagina] PP 30 Wordt een getal onmiddellijk gevolgd door één van de eerste tien letters van het alfabet, dan plaatst men vóór deze letter het herstelteken. b.v. ⠙⠑⠼⠁⠑⠠⠑ ⠕⠋ ⠼⠁⠑⠠⠙⠑ ⠑⠑⠥⠺ [de 15e of 15de eeuw] ⠼⠁⠕ (primo) Uit bovenstaande voorbeelden is te lezen dat rangtelwoorden (getallen met kleine letters e of o rechts boven) het “rangsymbool” direct na het cijfer krijgen, al of niet voorzien van het herstelteken. Volgt op het rangtelwoord onmiddellijk een punt, dan wordt deze geschreven als ⠿⠲ (zinspunt). b.v. ⠼⠁⠕⠲ [1o: als in 1 primo] ⠼⠓⠎⠞⠑⠲ [8ste] ⠼⠆⠠⠑⠲ [2e] Cijferteken – getallen Pagina 30 [Nieuwe pagina] PP 31 Getalbreuken In kleine breuken gebruikt men in braille voor de deelstreep (platte of schuine streep in zwartschrift) het teken ⠿⠳ (punten 1,2,5,en 6). Dit teken komt zonder spatie tussen teller en noemer van de breuk. Teller en noemer krijgen beide het cijferteken. b.v. ⠼⠉⠳⠼⠙ (drievierde) ⠼⠁⠼⠁⠳⠼⠃ (anderhalf) (Zie verder ook de handleiding voor het basis-wiskundeschrift.) Getalbreuken Pagina 31 [Nieuwe pagina] PP 32 Rekentekens De hierna genoemde rekentekens worden voorafgegaan en bij voorkeur gevolgd door een spatie ⠿⠖ plus ⠿⠤ min ⠿⠦ maal ⠿⠲ gedeeld door ⠿⠶ is gelijk b.v. ⠼⠁ ⠖ ⠼⠃ ⠶ ⠼⠉ [1 + 2 = 3] ⠼⠊ ⠤ ⠼⠑ ⠶ ⠼⠙ [9 – 5 = 4] Eventueel mag ook: ⠼⠓ ⠲ ⠼⠙ ⠶ ⠼⠃ [8 / 4 = 2] ⠼⠉ ⠦ ⠼⠛ ⠶ ⠼⠃⠁ [3 x 7 = 21] Vermenigvuldigingspunt ⠿⠄ wordt spatieloos gebruikt. b.v. ⠼⠛⠄⠼⠉ ⠶ ⠼⠃⠁ [7 . 3 = 21] ⠼⠓⠄⠼⠉ ⠶ ⠼⠃⠙ [8 . 3 = 24] De spatie vóór een rekenpunt moet een ⠿⠐ (punt 5) zijn als verwarring met een leesteken mogelijk is. b.v. Op zijn rapport staan voor Nederlands een ⠼⠓⠐⠖ [8+] Rekentekens Pagina 32 [Nieuwe pagina] PP 33 Haakjes Het teken voor zowel haak openen als sluiten is ⠿⠶ (punten 3, 4, 5 en 6). Het haakje wordt direct tegen de tekst aan geschreven. b.v.: de c.v. (centrale verwarming) is kapot. Wil men het verschil tussen open- en sluithaak beslicht tot zijn recht laten komen, dan gebruike men de zgn. “Wiskundehaakjes”: ⠿⠈⠜ (punt 4, gevolgd door de punten 3, 4 en 5) als sluithaak. b.v. het teken voor “is gelijk”⠈⠣⠶⠜ [(=)] is al besproken. (Zie ook de handleiding voor het basis-wiskundeschrift.) Haakjes Pagina 33 [Nieuwe pagina] PP 34 Graden, minuten, seconden Het teken voor Graad is ⠿⠈⠴ (punt 4 met punten 3, 5 en 6) Minuut is ⠿⠈⠔ (punt 4 met punten 3 en 5) Seconde is ⠿⠈⠔⠔ (punt 4 met punten 3 en 5 gevolgd door punten 3 en 5) Deze tekens volgen direct op het getal waarop ze slaan en worden gebruikt bij hoekmeting, tijdmeting, temperatuuraanduiding en aardrijkskundige plaatsbepaling. b.v. de temperatuur is ⠼⠑⠁⠈⠴ [51 graden] een hoek van ⠼⠃⠛⠈⠴ ⠼⠉⠚⠈⠔ [27 graden 30 minuten] het record is ⠼⠉⠈⠔ ⠼⠑⠈⠔⠔ [3 minuten 5 seconden] die plaats ligt op ⠼⠑⠛⠈⠴ ⠼⠉⠓⠈⠔ Noorderbreedte [57 graden 38 minuten] N.B. Spaties tussen de delen volgens zwartschrift. Graden, minuten, seconden Pagina 34 [Nieuwe pagina] PP 35 Oppervlakte en inhoud Bij oppervlakte- en inhoudsmaten wordt in zwartschrift een klein tweetje, resp. drietje rechtsboven naast de eenheidsaanduiding geschreven. In braille schrijft men: vierkante meter: ⠍⠌⠼⠃ kubieke meter: ⠍⠌⠼⠉ vierkante centimeter: ⠉⠍⠌⠼⠃ kubieke centimeter: ⠉⠍⠌⠼⠉ In het algemeen staat er een spatie na het getal. b.v. een kamer van ⠼⠃⠑ ⠍⠌⠼⠃ [25 m2] ⠼⠁ ⠍⠌⠼⠉ is ⠼⠁⠄⠚⠚⠚ liter [1 m3 is 1.000 liter] Het flesje heeft een inhoud van ⠼⠉⠚ ⠉⠍⠌⠼⠉ of ⠼⠉⠚ ⠉⠉ [30 cm3 of 30 cc] (Zie ook de handleiding voor het basis-wiskundeschrift.) Oppervlakte, inhoud Pagina 35 [Nieuwe pagina] PP 36 Procent en promille Wordt in zwartschrift het teken: 2 nulletjes gescheiden door een schuine streep als procentteken gebruikt, dan schrijft men in braille ⠼⠚⠴ en voor promille ⠼⠚⠴⠴ achter het getal, eventueel daarvan gescheiden door een spatie. b.v. 2,3 pct. is ⠼⠃⠂⠉ ⠼⠚⠴ [2,3 ‰] 0,1 pct. is ⠼⠁ ⠼⠚⠴⠴ [1 ‰] Volgt op het procent- of promilleteken onmiddellijk een leesteken, dan schrijft men, als er verwarring mogelijk is, vóór dat leesteken het herstelteken. b.v. … ⠼⠉ ⠼⠚⠴ gevolgd door een aanhalingsteken sluiten schrijft men als ⠼⠉ ⠼⠚⠴⠠⠴ [3‰)] Procent en promille Pagina 36 [Nieuwe pagina] PP 37 Romeinse cijfers Romeinse cijfers worden geschreven als hoofdletters. Getallen van meer als één teken worden daarom voorafgegaan door het permanente hoofdletterteken. b.v. Karel ⠨⠊ [Karel I] Willem ⠘⠊⠊ [Willen II] Lodewijk ⠘⠭⠊⠧ [Lodewijk XIV] ⠘⠍⠉⠍⠇⠭⠭⠭ [MCMLXXX](1980) Romeinse cijfers Pagina 37 [Nieuwe pagina] PP 38 Het aangeven van binnen- en buitenlandse valuta De regel is dat de zwartschriftnotatie gevolgd wordt (hoofdletters, kleine letters e.d.). Enige voorbeelden zullen hiervoor voldoende zijn: acht gulden ⠋⠹⠓⠂⠚⠚, acht gulden ⠋⠼⠓⠂⠤⠤, zestig cent ⠋⠼⠚⠂⠋⠚ of ⠼⠋⠚⠉⠞ zes gulden vijftig ⠋⠼⠋⠂⠑⠚ tien frank vijftig centimes frs ⠼⠁⠚⠂⠑⠚ of ⠼⠁⠚⠂⠑⠚ fr. twee dollar vijftig ⠲⠼⠃⠂⠑⠚ drie pond zeventien pence ⠇⠼⠉⠂⠁⠛ vijf mark dertig pfennig ⠘⠙⠍⠼⠑⠂⠁⠚ N.B. Behalve komma’s kunnen ook punten in de getallen voorkomen. b.v. ⠋⠼⠋⠄⠑⠚ of ⠼⠓⠄⠚⠚ [FL 6,50 of 8,00] Valuta-aanduiding Pagina 38 [Nieuwe pagina] PP 39 Verkortingsgraad 1 Inleiding In de loop der jaren zijn in Nederland en Vlaanderen vier “verkortschrifttekens” ingeburgerd geraakt. Voor de combinatie “sch”, voor de combinatie “ch”, voor de combinatie “oe”, voor de combinatie “ij”. Op de volgende bladzijden wordt het gebruik van deze vier tekens uiteengezet en verduidelijkt. Inleiding Pagina 39 [Nieuwe pagina] PP 40 Het herstelteken voor de verkortingsgraad 1 Alles wat gezegd is over het herstelteken in het basisschrift (blz. 8 en 9) blijft ook hier gelden. Het herstelteken wordt in Graad 1 ook gezet vóór de tekens û, ô, ö en y, die hun “basis”-betekenis hebben van resp. ⠿⠱ u-accent circonflexe [û] ⠿⠹ o-accent circonflexe [ô] ⠿⠪ o-trema [ö] ⠿⠽ ypsilon [y] b.v. ⠽⠎⠓⠕⠉⠅⠑⠠⠽ [ijshockey] Ook de hersteltekenregel (blz. 10) blijft van kracht. Woorden, samengesteld m.b.v. een koppelstreep, worden in deze beschouwd als twéé woorden. b.v. ⠏⠎⠠⠽⠹⠕⠤⠁⠝⠁⠇⠠⠽⠎⠑ [psycho- analyse] Herstelteken Pagina 40 [Nieuwe pagina] PP 41 Graad 1 De verkortingsgraad 1 bevat het basisschrift (Graad 0) en alle daarbij behorende regels. Toegevoegd worden: - Vier lettergroepverkortingen - De hierbij behorende regels. 1. Lettergroepverkortingen A. het teken voor “ij” is ⠽ (punten 1, 3, 5 en 6) b.v. ⠃⠇⠽⠅⠃⠁⠁⠗, ⠧⠽⠁⠝⠙ [blijkbaar, vijand] echter: ⠍⠊⠝⠊⠚⠥⠗⠅, ⠃⠊⠚⠕⠥⠭ [minijurk, bijoux] immers “i” en “j” vormen hier geen tweeklank. B. het teken voor “ch” is ⠹ (punten 1, 4, 5 en 6) b.v. ⠇⠊⠹⠁⠁⠍, ⠹⠁⠕⠎ [lichaam, chaos] C. het teken voor “sch” is ⠱ (punten 1, 5 en 6) [ph]: opmaak regel “C” aangepast i.v.m. leesbaarheid. Lettergroepverkortingen Pagina 41 [Nieuwe pagina] PP 42 b.v. ⠱⠁⠝⠙⠑, ⠕⠝⠱⠥⠇⠙ [schande, onschuld] echter: ⠃⠥⠎⠹⠁⠥⠋⠋⠑⠥⠗ [buschauffeur] immers “s”, “c” en “h” horen hier niet bij elkaar, “c” en “h” wel. Het teken voor “oe” is ⠪ (punten 2, 4 en 6) b.v. ⠃⠇⠪⠍, ⠪⠗⠺⠕⠥⠙ [bloem, oerwoud] 2. Regels Hebben “y”, “ô”, “û” of “ö” hun oorspronkelijke betekenis (zie het basisschrift blz. 5 en 6) dan passe men de herstelregel toe. b.v. ⠽⠎⠓⠕⠉⠅⠑⠠⠽, ⠠⠊⠚⠎⠓⠕⠉⠅⠑⠽ [ijshockey, ijshockey] ⠨⠗⠓⠠⠹⠝⠑, ⠠⠨⠗⠓⠹⠝⠑ [Rhône, Rhône] ⠵⠕⠠⠪⠇⠕⠛⠊⠑, ⠠⠵⠕⠪⠇⠕⠛⠊⠑ [zoölogie, zoölogie] ⠏⠎⠠⠽⠹⠕⠨⠁⠝⠁⠇⠠⠽⠎⠑,⠠⠏⠎⠽⠉⠓⠕⠤⠠⠁⠝⠁⠇⠽⠎⠑ [psycho-analyse, psycho-analyse] Regels Pagina 42 [Nieuwe pagina] PP 43 Samenstelling van de Vlaams-Nederlandse Braillecommissie Voor het N.K.B.B. M. van Comperhout E. Jacobs F. Oosterlinck G. Rosseel J. de Vilder Voor de V.N.B.W. de Nationale Braille Commissie, bestaande uit: M.C. van Drunen J. Huijers A. Lambeek H. Lips T. Verhulst M.C. Vliegenthart Braillecommissie Pagina 43